Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

gehard

betekenis & definitie

bn. (-er, -st, meer —, meest —), ten gevolge van oefening, opvoeding, gewoonte enz. sterk geworden en daardoor bestand tegen, geschikt tot het verduren van ontberingen, vermoeienissen, ruw weer en soortgelijke ongemakken: een — zeeman; hij is in weer en wind -, door de gewoonte in de open lucht te leven tegen de guurheid van het weer bestand; (metonymisch) van een landof luchtstreek: het geharde Noorden; tegen de koude, tegen de ongemakken van de oorlog — zijn, die kunnen verduren, ertegen bestand zijn; in gevaren (het krijgsgevaar enz.) — zijn, door herhaaldelijk in zulke gevaren verkeerd te hebben er gevoelloos voor zijn, er niet voor vrezen; ook met betrekking tot onaangename of smartelijke aandoeningen.

< >