Wat is de betekenis van Gehard?

gehard - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van harden gehard - Bijvoeglijk naamwoord 1. harder geworden dan de persoon of het voorwerp oorspronkelijk was ♢ De geharde soldaten konden tegen hitte, koude en ook een gebrek aan slaap was geen probleem voor hun. ...

gehard - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ge-hard 1. ergens goed tegen kunnen ♢ door zijn reis over de Noordpool is hij gehard tegen de kou Bijvoeglijk naamwoord: ge-hard de/het geharde ... ...

gesterk, bestand (teen).

adj., hurde; — in, bihurde yn, bistân, bistand tsjin; — persoon, man fan izer en stiel, stielen baerch, muorbrekker; — worden, hurdzjen leare.

bn. (door oefening gesterkt; fig. gevoelloos door wilskracht, gewoonte enz. tegen smarten, onaangename gewaarwordingen enz.): geharde soldaten; een gehard gestel; gehard tegen laster.

bn. (-er, -st; meer -, meest -) 1. door oefening gesterkt en bestand tegen vermoeienis enz.: een lichaam, zeeman. 2. door wilskracht bestand tegen onaangename aandoeningen: tegen rampen.

bn. (-er, -st, meer —, meest —), ten gevolge van oefening, opvoeding, gewoonte enz. sterk geworden en daardoor bestand tegen, geschikt tot het verduren van ontberingen, vermoeienissen, ruw weer en soortgelijke ongemakken: een — zeeman; hij is in weer en wind -, door de gewoonte in de open lucht te leven tegen de guurheid van het w...

GEHARD, bn. (-er, -st, meer-, meest-), ten gevolge van oefening, opvoeding, gewoonte enz. sterk geworden en daardoor bestand tegen, geschikt tot het verduren van ontberingen, vermoeienissen, ruw weder en soortgelijke ongemakken een gehard zeeman; geharde krijgslieden; — (van een land- of luchtstreek): men weet ook wel, welke reuzen uit het ge...

...