Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

galm

betekenis & definitie

m. (-en),

1. vol en zwaar geluid, dat op grote afstand hoorbaar is: hij bleef staan, verrast door de — van een hoge stem;
2. luide, volle klank die een ruimte geheel vult; m.n. in toepassing op de menselijke stem: een stem die met zijn luide — het hele voorhuis vulde; in ongunstige betekenis in de zin van holle of ijdele klank: de galmen van Helmers' bombast; toon, bij het zingen met een zekere volheid en kracht voortgebracht; (bij uitbreiding) zangtoon;
3. heldere, luide klank, volle weerklinkende toon, door muziekinstrumenten, klokken, de dichtlier (en vandaar door verzen) voortgebracht: de — van een hoorn schalde in de verte;
4. het galmen; klankweerkaatsing of resonantie; de eigenschap van klankweerkaatsing teweeg te brengen: wat een — heeft dit vertrek.

< >