Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

galactose

betekenis & definitie

v./m., melksuiker, isomeer van glucose.

(e) Galactose, C6H12O6, behoort tot de aldohexosen, het komt o.a. voor in pectine. De rechtsdraaiende galactose ontstaat naast glucose bij de hydrolytische splitsing van melksuiker. Zij kristalliseert in grote prisma’s, die bij 168 °C smelten, en lost in water veel moeilijker op dan glucose. Door reductie ontstaat de zeswaardige alcohol dulciet: bij oxidatie met salpeterzuur levert galactose slijmzuur. Galactose kan o.a. in de lever van dierlijke organismen en mensen in glucose worden omgezet, maar niet door patiënten met galactosemie, een aangeboren afwijking in de stofwisseling. Deze patiënten vertonen bij inname van galactose ernstige ziekteverschijnselen.

Bij de zgn. galactose-belastingsproef wordt het vermogen van de lever om deze suiker om te bouwen en op te stapelen getoetst. De hoeveelheid galactose die in de urine komt, na toediening van 40 g van deze suiker, is de maatstaf bij deze leverfunctie-proef.

< >