[Lat. fluere, vloeien], o.,
1. uitvloeiende (onweegbare) stof, m.n. magnetische uitstraling;
2. vloeibare make-up;
3. gemeenschappelijke ben. voor gas en vloeistof, gebruikt in de stromingsleer.
ad 1. Vroeger verstond men onder fluïdum de hypothetische stroom van minuscule deeltjes waaraan men magnetische en elektrische verschijnselen toeschreef. Op grond van deze voorstelling wordt fluïdum in occulte en parapsychologische litteratuur gebruikt om een hypothetische kracht aan te duiden die in ieder mens in meer of mindere mate aanwezig zou zijn.