(fibrilleerde, heeft gefibrilleerd), (onoverg.)
1. trillen;
2. procédé om textielvezels te vervaardigen uit kunststoffenolie .
Fibrilleren wordt voornamelijk toegepast op folies van polypropeen. Een door extrusie vervaardigd folie (zie folie-extrusie) wordt warm gestrekt tot een zo hoge graad van moleculaire oriëntatie is bereikt, dat de sterkte in de lengterichting zeer groot wordt, maar in de dwarsrichting praktisch verdwijnt. Dit folie wordt mechanisch nabewerkt (met behulp van naalden) tot een vezelmassa die in normale textielmachines verder verwerkt kan worden. Voor diverse toepassingen (o.a. in tapijten) is deze fabricagewijze technisch en economisch aantrekkelijker dan het gebruikelijke smeltspinnen van synthetische vezels.