Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

fibril

betekenis & definitie

[Lat. fibrillum, vezeltje], v./m. (-len), (histologie) dunne weefselvezels van velerlei aard. Fibrillen maken deel uit van bind-, spierof zenuwweefsel. Bij elektronenmicroscopisch onderzoek blijkt dat b.v. één collageenvezel (een bestanddeel van bindweefsel) uit vele fibrillen is opgebouwd. zie myofibril, zie neurofibril.

< >