bevolkingsgroep in het zuiden van de Westafrikaanse staten Benin, Ghana en Togo. Hun aantal bedraagt ca. 1 mln.
De Ewe vormden nooit een politieke eenheid, maar bestonden uit een federatie van politiek autonome groepen zoals de Anlo, Anecho, Watyi en Fon. In 1899 werd Eweland opgesplitst in een Brits (Goudkust) en Duits (Togo) gedeelte. In 1919 werd het Duitse gebied verdeeld in een Brits en een Frans mandaat. In deze tijd ontstond een streven naar eenheid. M.n. de Ewe in het Franse gebied protesteerden tegen de koloniale economische politiek. Het optreden van de Fransen tijdens de Tweede Wereldoorlog (dwangarbeid deed velen vluchten naar het Britse gebied) versnelde het proces van nationalisme.
Tijdens een grote Ewe-conferentie in 1946 werd de eis gesteld de twee naties onder Brits bestuur te verenigen. In 1956 sprak Brits Togo zich uit voor aansluiting bij Goudkust: beide vormden in 1958 de republiek Ghana. Toen in 1960 Frans Togo onafhankelijk werd, waren de verhoudingen tussen de beide landen zodanig verslechterd dat van hereniging geen sprake meer kon zijn. Het belangrijkste bestaansmiddel van de Ewe is landbouw (maïs en yam). In het kustgebied zijn visvangst en zoutwinning van betekenis. Ook handel is voor veel Ewe een belangrijke bron van inkomsten.
In de godsdienst spelen drie soorten bovennatuurlijke wezens een rol: de belangrijkste, Mawu, geassocieerd met de hemel; goden geassocieerd met de aarde en bemiddelaars tussen Mawu en de mensen; vooroudergeesten. Het geloof in toverij en hekserij is zeer levendig.TAAL. Het Ewe is een Kwa-taal (zie Afrika, TALEN) gesproken in een ca. 150 km brede kuststrook in oostelijk Benin, Ghana en Togo. Het Ewe wordt door meer dan 1 mln. mensen als moedertaal gesproken, en als tweede taal vooral door naburige kleinere volken. Het valt uiteen in een reeks dialecten of nauw verwante talen, waarvan de belangrijkste zijn: het Anlo in Ghana, het Watyi in Togo; het Gen, Mina of Anecho en het Adya in Togo en Benin, en het Fon en het Gun in Benin. In deze drie landen heeft het Ewe een zekere officiële status verworven. In Ghana en Togo is het Anglo grondslag voor de schrijftaal (boek-Ewe).
Er bestaat een rijke educatieve en religieuze litteratuur, maar ook kranten en radio-uitzendingen worden in het Ewe verzorgd. Taalkundig is het Ewe een van de best bestudeerde talen van Afrika.
LITT. D.Westermann, A study of the Ewe language (1930); M.Manoukian, The Ewe-speaking people of Togoland and the Gold Coast (1952); D.Westermann, Wörterb. der Ewe-Sprache (1954); C.E. Welch, Dream of unity (1966); I.Warburton (red.), Ewe basic course (1968); G.K.Nukunya, Kinship and marriage among the Anlo Ewe (1969).