[Gr. entelecheia, wat het doel in zich heeft], v., (biologie) vormgevend levensprincipe.
Het begrip entelechie gaat terug op de filosofie van Aristoteles. Vooral H.Driesch (*1867, †1941) gaf een nieuwe inhoud aan het begrip. Deze entelechie is er voor aansprakelijk dat bepaalde doelen in het organisme bereikt worden. Volgens Driesch zou een soortgelijk beginsel ervoor aansprakelijk zijn dat in ‘denkende hersenen’ de stoffelijke gebeurtenissen steeds in overeenstemming zijn met het logisch gehalte van het denkproces. Dit entelechiale beginsel noemt hij hier psychoïd.