Definities van Oosthoek Encyclopedie in de Ensie A
- achternaam
- achternagaan
- achternageven
- achternalopen
- achternarijden
- achternazenden
- achternazitten
- achterneef
- achternicht
- achterom
- achteromhalen
- achteromkijken
- achteronder
- achterop
- achteroplopen
- achterover
- achteroverdrukken
- achteroverslaan
- achterpand
- achterpiek
- achterpiekschot
- achterplaats
- achterplan
- achterplat
- achterplecht
- achterplein
- achterpolder
- achterpoort
- achterpoortje
- achterpoot
- achterraad
- achterruim
- achterruit
- achterscheer (achterschaar)
- achterschip
- achterschot
- achterspant
- achterspeler
- achterspil
- achterspring
- achterst
- achterstaan
- achterstaand
- achterstal
- achterstal (financieel)
- achterstallig
- achterstand
- achterste
- achtersteek
- achterstel
- achterstellen
- achterstemmig
- achtersteven
- achterstevoren
- achtertalie
- achtertand
- achtertros
- achtertuig
- achtertuin
- achteruit
- achteruitboeren
- achteruitdeinzen
- achteruitgaan
- achteruitgang (gebouw)
- achteruitgang (toestand)
- achteruitkijkspiegel
- achteruitkrabbelen
- achteruitlopen
- achteruitrijden
- achteruitschuiven
- achteruitslaan
- achteruitteren
- achteruitwerken
- achteruitzetten
- Achterveld
- achtervierendeel
- achtervoegen
- achtervoegsel
- achtervoet
- achtervolgen
- achtervolging
- achtervolgingsrecht
- achtervolgingswedstrijd
- achtervork
- achterwaarts
- achterwacht
- achterwand
- achterweg
- achterwege
- achterwerk
- achterwerker
- achterwiel
- achterwielaandrijving
- achterwimpel
- achterzak
- achterzeil
- achterzeilen
- achterzijde
- achthelmig
- achthoek
