o.
het verschijnsel dat van sommige lichamen de permeabiliteit kleiner is dan de eenheid.
Diamagnetische lichamen worden door een magneet afgestoten, doordat zich tegenover een magneetpool een gelijknamige pool vormt (zie magnetische inductie). Dergelijke lichamen gaan naar die plaatsen van een magnetisch veld, waar de magnetische veldsterkte het kleinst is. De diamagnetische werkingen zijn zeer veel zwakker dan b.v. de werking, die ijzer in een magnetisch veld ondervindt. Het sterkst diamagnetisch is het metaal bismut.
Het diamagnetisme wordt verklaard, door aan te nemen, dat bij het inbrengen van een diamagnetische stof in een magnetisch veld inductiestromen ontstaan in de atomen of moleculen, waardoor een magnetisch veld ontstaat, tegengesteld gericht aan het eerstgenoemde. Omdat er in een atoom of molecule geen wrijving is, blijven deze stromen lopen zolang de stof zich in het magneetveld bevindt. Dit verklaart ook waarom diamagnetisme niet afhankelijk van de temperatuur is.