plantengeslacht, behorend tot de familie Betulaceae (soms als eigen familie, Corylaceae, onderscheiden), met kleine bomen of struiken (ca. acht soorten) op het noordelijk halfrond inheems. De mannelijke bloemen hebben hangende aarvormige bloeiwijzen (‘katjes’).
De vrouwelijke bloeiwijze is kort, knopvormig, waarbij de purperen stempels uit de top naar buiten steken. De vrucht steekt in een sterk gelobd of gefranjerd omhulsel. Corylus avellana, hazelaar, is inheems, en wordt in zeer vele variëteiten gekweekt. De lambertsnoot, C. maxima (Zuidoost-Europa, West-Azië), heeft een buisvormig vruchthulsel (langer dan de vrucht, vaak purperrood blad). De boomhazelaar, C. colurna, heeft takken met scheurende schors.
