Franciscus (eig. François Baudouin), Zuidned. rechtsgeleerde, theoloog en historicus, 1.1.1520 Atrecht, ♱24.10.1573 Parijs.
Hij studeerde te Leuven en Parijs. Met Cujas en Hotman vormt hij de Franse Historische School, die de studie van het zuivere Romeinse recht in Frankrijk in ere herstelde.Hij was hoogleraar te Bourges, Angers, Parijs, Straatsburg en Heidelberg. Balduinus, zelf rooms-katholiek, probeerde in de godsdiensttwisten te bemiddelen. Zijn verdraagzame houding leidde er echter toe dat hij door beide partijen gewantrouwd werd. Zijn verzoeningspogingen hadden geen succes en maakten hem tot balling. Werken: Commentarius ad edicta veterum principum romanorum de Christianis (1577), Discours sur le fait de la réformation de l’église (1564), Commentaren (op de Institutiones en op gedeelten der Digesta van Justinianus), Constantinus Magnus (1566, 1612), De institutione historiae universae etejus cum jurisprudentia conjunctione (1561).
LITT. J.Duquesne, F.Baudouin et la Réforme (1917).