in de Oudnoorse mythologie de wonderschone, alom geliefde zoon van Odin (Wodan) en Frigg. De laatste nam, nadat Baldr door sombere dromen benauwd was, aan alle elementen (metalen, planten, vuur, ziekten, vergiften enz.) de eed af, dat zij Baldr niet zouden deren.
De Asen gingen zich vermaken met het schieten op de schijnbaar onkwetsbare Baldr tot Loki de blinde Hodr liet schieten met de maretak, die bij de eed was vergeten, waardoor Baldr omkwam. De bode der Asen, Hermodr, kreeg evenwel van Hel, de heerseres der onderwereld, de belofte dat Baldr naar de aarde zou mogen terugkeren als alle aardse, ook levenloze, voorwerpen hem beweenden.De Asen vonden daartoe alleen Loki (die zichzelf in een reuzin had veranderd) niet bereid, zodat Baldr tot de ondergang der goden (zie ragnarök) in de onderwereld moest blijven. Loki werd zwaar gestraft, terwijl Hodr werd gedood door Odins speciaal voor die wraak verwekte jongste zoon Vali. Baldr schijnt oorspronkelijk een vegetatie- of vruchtbaarheidsgod geweest te zijn.
LITT. H.Beck e.a., Reallexikon der germanischen Altertumskunde (2e dr. 1973).