Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2019

Auto-erotiek

betekenis & definitie

[Gr. eros, liefde], v., in de psychoanalyse de fase in de ontwikkeling van het jonge kind, waarin het de moederborst ais bron van bevrediging vervangt door het eigen lichaam of een deel ervan (b.v. de duim), waarop dan het erotisch gedrag wordt gericht.

Een andere bron van auto-erotische bevrediging vindt het kind in de functie van de uitscheidingsorganen, totdat de uitscheiding in de opvoeding door eisen van buitenaf wordt gereguleerd, en schaamte de plaats van lust inneemt. Als het jonge kind in staat is het eigen zelf te onderscheiden van het niet-zelf, dan ontstaat een wisselwerking tussen zelfliefde en object-liefde, waarbij de een voorwaarde voor de ander is. Kinderen die onvoldoende auto-erotiek hebben ontwikkeld, zijn onvoldoende in staat van een ander te houden. De oorspronkelijke instelling van de menselijke seksualiteit is auto-erotiek. ‘Heb uw naaste lief gelijk uzelve’ is een van de basisgedachten van de psychoanalytische theorie, autofagie' [Gr. autos, zelf, fagein, eten], het verschijnsel dat organismen, zonder voedseltoevoer, zichzelf in stand houden uit eigen bronnen.

< >