adrenocorticotroop hormoon, o., (ook: ACTH, corticotrofine), een hormoon dat geproduceerd wordt in de hypofysevoorkwab, en dat de bijnierschors tot produktie van corticosteroïden, in het bijzonder de glucocorticoïden aanzet.
ACTH is een peptide, bestaande uit een keten van 39 aminozuren. Na wegnemen van de hypofysevoorkwab treedt degeneratie van de bijnierschors op, die echter door toediening van ACTH weer hersteld kan worden. Een van de functies van de corticosteroïden is het lichaam te beschermen tegen overmatige afweerreacties bij allerlei schadelijke invloeden van buitenaf (homeostatisch effect), zoals vergiftigingen, infecties, ernstige verwondingen, extreme hitte of koude (stress-adaptatie). Overproduktie van ACTH uit zich vaak in een meer of minder sterke pigmentatie van de huid: de moleculaire structuur van ACTH is nl. wat de eerste dertien aminozuren betreft identiek aan die van het melanocytenstimulerend hormoon.
Er zijn synthetische preparaten, bestaande uit koppelingsreeksen van aminozuren, die een werking hebben als ACTH. Deze worden klinisch toegepast bij allerlei ziektetoestanden (shock, allergische ziekten, reuma, enz.). Het onderzoek naar de rol van ACTH bij het leerproces is gaande.