Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-12-2018

ablatief, (ab'lativus)

betekenis & definitie

ablatief, (ab'lativus) - ab'latief, (ab'lativus) [Lat.], m. (-tieven), (spraakkunst), de zesde naamval van de Latijnse grammaticale verbuiging die, soms voorafgegaan door een voorzetsel, verschillende nuances kan uitdrukken; een oorsprong (in Ned. vertalingen b.v. te omschrijven met: hij stamt uit een Engelse familie); een middel (snijden met een mes); een plaats waar, waarvandaan (wonen in, komen van Amsterdam); een oorzaak (door honger gekweld); wijze waarop (met grote handigheid) enz. naamvallen.

< >