W.-China; 6 m.
Bladeren 6—14 cm lang, omgekeerd lang-eivormig, aan tot 3 cm lange bladstelen, top meestal afgerond, bladvoet wigvormig of soms kort afgerond, bovenzijde donkergroen, kaal, onderzijde blauw-groen, zeer spaarzaam behaard.
Bloeit in Maart-April, met witte tot zacht-rose bloemen, iets groen gevlekt, in 8-10-bloemige tuilen;
bloemkroon 6-7-delig, 4-5 cm in diameter, wijdtrechtervormig; meeldraden 12-16, de helmdraden behaard; stijl en vruchtbeginsel beklierd.
Is niet geheel winterhard; gelijkt wel enigszins op Rh.fortúnei, eveneens met iets ruikende bloemen.