Gepubliceerd op 15-03-2019

Pírus páshia BUCH.-HAM

betekenis & definitie

Himalaya, W.-China; 12 m.

Synoniem: P. variolósa WALL..

Hoewel reeds sedert 1825 in cultuur, komt deze soort bij ons zeer sporadisch en dan in kleine exemplaren voor; zij is dan ook zeer waarschijnlijk in ons klimaat niet voldoende winterhard. In Engeland vormt zij een kleine boom met brede kroon, twijgen iets hangend, opvallend door de zeer lang aan de boom blijvende, glanzend heldergroene, eivormig-ovale bladeren, terwijl de bloemen in knop iets rosé getint zijn, later zuiver wit, met talrijke meeldraden, de helmhokjes bruin-rood. Vruchten zijn zeer laat rijp, peervormig, geel-bruin met lichte stippen.

Twijgen in jeugd aan top geelviltig behaard, later kaal, rood-bruin; takken grijs-bruin met talrijke in doornen eindigende kortloten. Bladeren aan tot 2,5 cm lange, rood-bruine, iets behaarde bladstelen, 6-12 cm lang, 3,5-6 cm breed, top toegespitst, bladvoet gewoonlijk afgerond, rand fijn gekarteld-gezaagd, eerst onderzijde geelviltig behaard, later bovenzijde glanzend heldergroen, kaal, onderzijde lichtgroen, kaal of zeer spaarzaam behaard.

Bloemen 2-2,5 cm in diameter; 3-5 stijlen; vrucht tot 2 cm in diameter.

< >