Zomergroene struiken met weinig vertakte twijgen met geladderd merg en iets gesteelde winterknoppen. Bladeren in de knop gevouwen, verspreid staande, kort gesteeld en gaafrandig, met afvallende steunblaadjes.
Bloemen 1-slachtig in trossen aan vorig jaar gevormde twijgen; 15 meeldraden; 5 vruchtbladen;
vrucht sappig met lederachtige binnenschaal.