Gepubliceerd op 15-03-2019

Osteoméles LINDL

betekenis & definitie

Ongedoornde struiken met zeer laat afvallende geveerde bladeren; blaadjes klein, gaafrandig, meestal iets genaaid. Bloemen in eindstandige schermvormige trossen; 5 kroon- en 5 kelkbladen; 15-20 meeldraden; 5 vrijstaande stijlen; vruchtbeginsel 5-hokkig, in elk hokje 1 eitje; vrucht klein, met 5 stenen en meestal blijvende kelk.

Van dit geslacht zijn slechts enkele soorten bekend, betrekkelijk laag blijvende, groenblijvende of zeer laat het blad verliezende struikjes. Zij verlangen een zeer beschutte warme standplaats en zijn voor ons land alleen van belang voor het kweken van jonge exemplaren voor export. Men kweekt Osteoméles het best van zomerstek eind Augustus of begin September. Jonge planten in de koude bak overwinteren.

< >