Gepubliceerd op 14-03-2019

Cýtisus ratisbonénsis SCHAEFF

betekenis & definitie

M.-Europa, Kaukasus; 1 m.

Synoniem: C. hirsútus subsp. ratisbonénsis BRIQ..

Tamelijk hoog opgroeiende struik met sterk afstaande, kantige, grijsviltig behaarde twijgen. Bladeren 3-tallig aan tot 3 cm lange, behaarde bladstelen; blaadjes bijna zittend, 1-2 cm lang, 4-8 mm breed, bovenzijde kaal, donkergroen, onderzijde aanliggend grijs behaard, elliptisch of omgekeerd lang-eivormig, top spits of stomp toelopend, niet afgerond, bladrand gaaf, gewimperd.

Bloeitijd Mei-Juni, okselstandig, meestal 2-3 bloemen bijeen; deze tot 2,5 cm lang, lichtgeel, vlag aan de top iets uitgerand, kaal; kelk zijdeachtig behaard;

peulvrucht tot 2,5 cm lang, lang aanliggend grijs behaard.

C. r. var. biflórus C.S., synoniem; C. hirsútus subsp. ratisbonénsis f. biflórus BRIQ., wijkt van de soort af door een meer opgaande groeiwijze en wordt iets hoger, de bladeren zijn langer gesteeld; blaadjes smaller, naar beide zijden puntig toelopend.

< >