M.-China; 3-5 m.
Van deze soort zag ik slechts kleine struikjes, die tamelijk rijk bloeiden even vóór de bladontwikkeling; of deze soort bij ons voldoende winterhard is, is twijfelachtig. Bladeren 6-12 cm lang, 4-8 cm breed, bovenzijde dof donkergroen, kaal, onderzijde grijs of iets blauw-groen, spaarzaam behaard, nerven 9-11 paar en dicht behaard; eivormig of lang-eivormig, zelden omgekeerd eivormig; bladstelen tot 2,5 cm lang en spaarzaam behaard. Bloemen lichtgeel, in tot 7 cm lange hangende trossen, de schutbladen zijdeachtig behaard.