(Sanskriet). In het kort kan men zeggen dat met deze term wordt bedoeld een van de krachten die in het moderne Occultisme de zeven krachten van de natuur worden genoemd, waarvan er zes zijn geopenbaard en de zevende ongeopenbaard of slechts gedeeltelijk geopenbaard is. Śakti kan in het algemeen worden beschreven als universele energie en het is als het ware het vrouwelijk aspect van Fohat (zie aldaar).
In het gewone Hindoeïsme zijn de verschillende Śakti’s de vrouwen of gemalinnen van de goden, met andere woorden, de energieën of actieve krachten van de godheden worden voorgesteld als vrouwelijke invloeden en energieën.Deze antropomorfische definities zijn minder gelukkig omdat ze misleidend zijn. De Śakti’s van de natuur zijn in werkelijkheid de sluiers of omhulsels of dragers, waardoor de innerlijke altijd actieve energieën werken. Daar substantie en energie, of kracht en stof, fundamenteel één zijn, zoals de moderne wetenschap in haar onderzoek is gaan ontdekken, wordt het duidelijk dat zelfs deze Śakti’s of omhulsels of sluiers, zelf energetisch zijn voor de lagere sferen of gebieden waardoor ze zelf werken.
Het hoogste aspect van het astrale licht (zie aldaar) is, zoals H.P. Blavatsky het uitdrukte, het algemene Śakti van de universele natuur voor zover het ons zonnestelsel betreft.