(Sanskriet). De bewustzijnstoestand tijdens het wakker zijn, in tegenstelling tot Swapna, de bewustzijnstoestand tijdens de droom-slaap, die ook weer verschilt van Sushupti, waarin het menselijk bewustzijn in diepe zelfvergetelheid is verzonken.
De hoogste van alle toestanden waarin het bewustzijn kan overgaan of kan worden gebracht is de Turīya (“Vierde”), de hoogste toestand van Samādhi en bijna van nirvānische aard.Al deze staten of toestanden van bewustzijn zijn stadia of fasen in de constitutie van de mens en van wezens met dezelfde structuur als de mens. De waaktoestand of Jāgrat is de normale bewustzijnstoestand voor de belichaamde mens wanneer hij niet slaapt. Swapna is de toestand waarin het bewustzijn min of meer is bevrijd van het omhulsel van het lichaam en gedeeltelijk is ontwaakt in de astrale gebieden, de hogere of de lagere, naar gelang van de omstandigheden. Sushupti is de toestand van zelfvergetelheid waarin de mens verzinkt wanneer het waarnemende bewustzijn in de zuiver mānasische toestand overgaat, die voor het betrekkelijk onmachtige breinverstand zelfvergetelheid is; terwijl de Turīya-toestand, die praktisch neerkomt op vernietiging van het gewone menselijke bewustzijn, eenwording betekent met ātman-buddhi, die door de hogere manas heen werkt of deze overschaduwt. In feite is er dus sprake van eenwording met de monadische essentie.