(Sanskriet). Een samengesteld woord dat “vormloos” betekent; maar dit woord “vormloos” moet men niet in die strikte zin opvatten dat het betekent dat er geen vorm, van welke aard ook, bestaat; het betekent alleen dat de vormen in de geestelijke werelden (de Arūpa-loka’s) van een geestelijke soort of geestelijk van aard zijn, en natuurlijk veel etherischer dan de “vormen” van de Rūpa-loka’s (Zie RŪPA).
Daarom moet men in de Arūpa-loka’s, of de geestelijke werelden, sferen of gebieden, zich het voertuig of lichaam van een entiteit veeleer voorstellen als een omhulsel van energetische substantie. We kunnen ons een wezen indenken wiens “vorm” of “lichaam” geheel uit elektrische substantie bestaat — zoals inderdaad met ons eigen lichaam het geval is volgens de ultramoderne wetenschap. Maar zo’n wezen met een elektrisch lichaam, hoewel beslist tot de Rūpa-werelden behorend, en wel tot een van de laagste Rūpa-werelden, zou, vergeleken met onze eigen grofstoffelijke lichamen, ons onlichamelijk of vormloos toeschijnen.