(Sanskriet). Een samengesteld woord: a, “niet”; laya, van de wortel lī, “oplossen”; dus “het onoplosbare’’.
De universele ziel; de basis, wortel of bron van alle wezens en dingen — het heelal, de goden, de monaden, de atomen, enz. In mystiek opzicht identiek met Ākāśa in zijn hoogste bestanddelen, en met het wezen van Mūlaprakriti als “Wortel-voortbrenger” of “Wortel-natuur”.(Zie ĀKĀŚA en MŪLA¬PRAKRITI).