Gepubliceerd op 04-08-2020

Lessenaar

betekenis & definitie

Lessenaar, m. (-s), schuin blad (van hout) waarvan men zich bij het schrijven bedient; kast met verscheidene kleine vakken en laden tot berging van papieren enz.; gereedschap waarop bij het zingen of bij het maken van muziek het muziekblad ligt; (r.k.) schuin blad waarop in de kerk het misboek ligt.

< >