Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 13-07-2020

Zeugopodium

betekenis & definitie

Deel van een ledemaat bij Tetrapoda overeenkomend met de onderam of het onderbeen van de mens

Omdat de ledematen bij zoogdieren zeer verschillend van vorm kunnen zijn is de benaming arm of been niet altijd van toepassing. De flippers van een walvis, de vleugels van een vogel, de voorpoten van een vleermuis en de armen van een mens zijn allemaal homoloog met elkaar. De term zeugopodium kan bij al die structuren gebruikt worden. Op dezelfde manier wordt de term autopodium gebruikt voor de hand en de voet en de term stylopodium voor de bovenarm en het bovenbeen.

In het zeugopodium liggen twee beenderen naast elkaar, in de voorste extremiteit ulna en radius, in de achterste extremiteit tibia en fibula. Ze articuleren aan de proximale kant met het stylopodium en aan de distale kant met het autopodium.

De twee beenderen van het zeugopodium kunnen los van elkaar liggen en ten opzichte van elkaar bewegen of ze kunnen tegen elkaar liggen of zelfs met elkaar vergroeid zijn. Als het zeugopodium sterk gespierd is (bijvoorbeeld de onderarm van een chimpanzee) staan de twee beenderen van elkaar af om ruimte te bieden voor spieraanhechting. Bij springende en rennende dieren zijn de beenderen van het zeugopodium daarentegen vaak met elkaar vergroeid (bijvoorbeeld bij hoefdieren).

Terwijl het autopodium een kritische innovatie was van de eerste amfibieën gaan zeugopodium en stylopodium terug op een eerdere voorouder, namelijk de vleesvinnige vissen (Osteolepiformes, verwant aan coelocanthen en longvissen). Bij deze vissen liggen enkele botjes in de gespierde (vleesvinnige) vin die te homologiseren zijn met de latere beenderen in het stylopodium en zeugopodium van de Tetrapoda.