Dubbelstrengs klein RNA met een regulerende functie in de cel, o.a. de beïnvloeding van genexpressie
Micro-RNAs komen van nature voor bij eukaryoten en hebben talloze regulerende functies in de cel. De beïnvloeding van genexpressie door het afbreken van mRNAs is er één van (zie de ensie over interferentie-RNA). Maar microRNAs kunnen ook histonmodificatie en DNA-methylering beïnvloeden, evenals chromatinecondensatie. Dit zijn allemaal mechanismen die onderdeel zijn van de epigenetica, waarmee de ontwikkeling van een meercellig organisme aangestuurd wordt.
Het humane genoom heeft 600-1000 micro-RNA-genen; in totaal zijn er enkele duizenden bekend. Sommige aangeboren ziektes zoals progressieve doofheid en groeistoringen zijn toe te schrijven aan mutaties in micro-RNA-genen.
Micro-RNAs zijn vanwege hun regulerende functie in de ontwikkeling sterk geconserveerd en worden beschouwd als het gereedschap bij uitstek waarmee het bouwplan van een organisme aangestuurd en vastgelegd wordt. Waarschijnlijk vinden micro-RNAs hun oorsprong in het verdedigingssysteem tegen RNA-virussen, dat heel vroeg in de Eukaryota gecoöpteerd is voor een nieuwe functie: het reguleren van de eigen genexpressie. Prokaryoten hebben dit soort systemen niet. Het is overigens mogelijk dat de micro-RNAs van planten een andere oorsprong hebben dan die van dieren. Omdat micro-RNAs heel langzaam evolueren zijn het potentieel goede merkers voor diepe fylogenieën (bijvoorbeeld relaties tussen fyla).
De evolutie van micro-RNAs blijkt ver vooruit te lopen op de evolutie van herkenbare bouwplannen. De divergentie van dierlijke micro-RNAs gaat meer dan een miljard jaar terug, terwijl de divergentie van dierlijke bouwplannen pas tussen 700 en 500 miljoen jaar geleden zichtbaar wordt. Een lange periode van “moleculair knutselen” met het ontwikkelingsgereedschap was nodig voordat de vormenrijkdom van het dierenrijk kon ontstaan.