Duits : Schafstelze
Engels : Blue-headed Wagtail
Frans : Bergeronette printanière
Fries : Giel Boumantsje
Betekenis wetenschappelijke naam:
gele staartwipper.
Dit is een van de drie in Nederland voorkomende Gele Kwikstaarten en wel de West- en Middeneuropese vorm.
Algemene naamsvarianten zijn Gele Kwik, Gele Kwikstet (Ter), Gele Wipsteert (SFr) en Giele Wipsturt (Fr). De kleur van z’n borst wordt belicht in Geelborsje (Ov, Tex) en Gielboarske (Fr).
Als broedvogel van vochtig bouw- en weiland heet hij Geel Akkermannetje (Gr, Ov).
De naam Blauwlentertje (ZBW) zou verband houden met zijn terugkeer vroeg in de lente. Het mannetje krijgt dan een blauwgrijze kruin. Blijkens een andere zienswijze zou lente echter ‘lange’ betekenen, waarmee op de staart wordt gedoeld.
Wanneer de boer met z’n ploeg de akkers bewerkte, anders gezegd aan het bouwen was, liep vaak een kwikstaartje in de ploegvoren achter hem aan. Hier kreeg de vogel verscheidene namen waarin hij wel de bouwman zelf lijkt, zoals blijkt uit de Friese naam en uit Geel Baauwmantj e (Gr), Geel Bouwmannegie (Dr), Giele Bouman (Fr), Boumantsje-Wipsteert (SFr) en Bouwmeisterke (Ach). In feite loopt de vogel daar om opgewoelde insecten op te pikken, welke hij verder ook tussen en op het grazende vee vangt. Hiervan getuigen Geel Paerdewachterke (OZV), Gele Peerdewachter (Vla), Koeiewachter(tje), Koewachterke (Vla, ZBW), Koevoetje, Koevinkje (Gr, Ov), Koemus (Lb) en Schaepewachtertje (ZBW).
Namen waarin hij tevens als zangvogel wordt getypeerd zijn Geelvink (Ov, Ter), Vlasvink, Wilde Kanarie (Tex) en Gele Skreeuwerd (Tex).