HENGEL (Johannes Frederikus van), geb. 6 Mrt. te Grootebroek, overl. 18 Apr. 1895 te Hilversum. Op 10 Mei 1828 werd hij te Leiden ingeschreven als student in de geneeskunde en op 30 Jan. 1838 promoveerde hij na verdediging van eene dissertatie, getiteld: Observationes morbi, qui dicitur dothinenteria.
Hij vestigde zich te Hilversum waar hij spoedig eene zeer uitgebreide praktijk kreeg en zich bezighield met letterkundigen arbeid en de bestudeering der gezondheidsleer. Gedurende vele jaren was hij lid van den Geneeskundigen Raad voor Noord-Holland en als zoodanig heeft hij vooral voor Hilversum en omstreken, zoowel bij het heerschen van besmettelijke ziekten als onder gewone omstandigheden, veel verricht tot welzijn der bevolking. Ook na het neerleggen zijner praktijk bleef hij nog werkzaam in het belang van de plaats, waaraan hij zijne beste krachten gewijd heeft. Het herstellingsoord Trompenberg te Hilversum, dat gedurende eenige jaren veel bezocht is geworden, was voornamelijk door zijn toedoen gesticht. Verschillende wetenschappelijke bijdragen komen ervan hem in de geneeskundige literatuur voor:Secundaire Spinaaliritatie als gevolg van evulsio dentis molaris in Boerhaave. Tijds. v. Genees- Heel- Verlos- en Artsenijmengkunde N.S.V, (1846) 300; Nieuw middel om asphyxia van waren dood te erkennen benevens de hulpmiddelen om het schijndoode kind te doen herleven in De Nieuwe Boerhaave, Prakt. Meded. uit het gebied der Genees- Heel- en Verloskunde en geneesmiddelleer I (1849) 303; Waarneming eener afvloeiing van het vruchtwater in de eerste maanden der zwangerschap metaaneengroeiing van de deelen der vrucht in Ned. Tijds. Voor Heel- en Verlosk., ziekten der Vrouwen en Kinderen.
Uitg. doorH.J. Broers en L.C. van Goudoever I (1849) 28; Waarneming eener overtijdige haring, ibid. 123; Aanteekeningen en uittreksels uitmijne verloskundige praktijk van hetjaar 1846-47, ibid. II, 158; De pelvimeter van Baudeloque (compas d'épaisseur) door onzen landgenoot Hofman uitgevonden en bekend gemaakt in 1774, ibid. 190; Aanteekeningen en uittreksels uit mijne Verloskundige praktijk van het jaar 1847-48, ibid. III, 330; Twee verloskundige waarnemingen, ibid. 298; Plaeentapraevia lateralis (incompleta) ibid. 428; Notices et extraits de ma
pratique obstétricale de 1848 avec 50 thèses obst. (Hilversum 1849); Bijdrage tot de geneeskundige plaatsbeschrijving van Nederland Uitg. d.h. Depart. v.B.Z., St. III: Geneesk. plaatsbeschrijving van het Gooiland; Begrafenisfonds in Schat der Gezondheid, Tijds. v. alle Standen II (1859) 51; Verslag van de gezondheidstoestand in de gemeente Hilversum, gedurende hetjaar 1858 benevens eenige opmerkingen daarover, ibid. 97; Hetzelfde van 1859, ibid. III (1860) 153; Hetzelfde van 1860, ibid. IV (1861) 182; De Hilversumsche fabrieksarbeider, ibid. 321; De pokkenepidemie te Hilversum en hare bestrijding in Tijds. v. Gezondheidsleer V, 97.
Simon Thomas
