NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Hengel, frederik ulderik van

betekenis & definitie

HENGEL (Frederik Ulderik van), geb. te Grootebroek 11 Jan. 1814, overl. te Hilversum 15 Mei 1876, zoon van Wessel Albertus van Hengel (zie III, kol. 575-577 ende Bie en Loosjes, a.w., 681-692). Hij studeerde te Leiden en werd 2 Oct. 1841 benoemd tot predikant in Oost-Indië, waar hij stond te Semarang (1842), Makassar(22 Jan. 1743), Pasoeroean (1847), Soerabaya (1849) en Batavia (1850).

< >