* 20. 5. 1881 te Amsterdam, oudste zoon van Jul. R.
Sr., violist. Ontving zijn muzikale opleiding eerst van zijn moeder en voltooide die bij Jos. Cramer a. d. muziekschool te Amsterdam en bij Jos. Joachim a. d. Hochschule te Berlijn. Speelde na beëindiging zijner studiën eenigen tijd mede in het orkest v. d. Meininger Hofkapelle onder Steinbach en was van 1903—07 als concertmeester te Dusseldorp werkzaam. Daarna vertrok hij naar New-York als leeraar a. h. Ins. of Musical Art en lid v. h. KneiselKwartet, keerde 1912 naar Nederland terug en aanvaardde de functie van hoofdleeraar v, viool a.d. Toonkunst-muziekschool te Rotterdam, tevens als solist en violist in het Röntgen trio (met zijn vader Jul, R. Sr. en Engelbert R.), en het Rott. Strijkkwartet (met Carel Blitz, Bart Verhallen en I. Mossel) concerteerend. In 1918 werd R, tot hoofdleeraar v. viool a. h. conserv. d. M. t. B. d. T. te Amsterdam benoemd, welke functie hij nog steeds vervult. Sedert 1920 is hij tevens lid v. h. Hollandsch Strijkkwartet.