* 13. 4. 1844 te Pilsen,✝ 1915 te Moskou, violist, broeder van bovengenoemde, leerling van het cons. te Praag, kwam 1860 te Rotterdam, waar hij eerste violist in het orkest der Duitsche opera werd. Later trad hij op als concertmeester van het Parkorkest te Amsterdam, In 1868 vertrok hij naar Moskou om er leeraar aan het cons. te worden.
In 1875 werd hij eerste vioolleeraar, concertmeester en leider van een strijkkwartet. Hij schreef Tonleiterstudien, Uebungen in Doppet, griffen f. d. Violine, die zeer bekend zijn, en gaf ook eene nieuwe uitgave van de vioolschool van Mazas.