Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Constant lenaerts

betekenis & definitie

* 9. 3. 1852 te Antwerpen, ✝ 20. 3, 1931 aldaar, dirigent en componist. Leerling van Benoit.

Was reeds op zijn 18e jaar dirigent a/d Vlaamschen schouwburg, vele jaren leeraar aan het Vlaamsche cons., dirigent der concerten, richtte 1914 de Kon. Harmonievereeniging op, componeerde o.a. de cantate De triomf van ’t licht voor koren en groot orkest (1890).

< >