Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Constant pierre

betekenis & definitie

* 24. 8. 1855 te Passy, ✝ Jan. 1918 te Parijs, musicoloog. Leerling van het Cons. te Parijs.

Was aanvankelijk fagottist, werd 1881 ondersecretaris van het Cons. Redacteur van „Le monde musical", auteur van een aantal muziekstudies, o.a.: La Marseillaise (1887), Histoire de l’orchestre de l'Opéra de Paris (1889), Le conservatoire national (1900), Le Concert spirituel 1725—1790 (1900), door de Académie bekroond, en Hymnes et chansons de la Révolution (1904).

< >