het gebruik van levende dieren voor fysiologische onderzoekingen of geneeskundige proeven (zie ook dierproef) of de bereiding van sera, vaccins en andere stoffen om ziekten te behandelen. Het is een billijke eis, dat bij al deze handelingen iedere nodeloze kwelling van dieren wordt vermeden, maar het is een grove miskenning van de uitermate belangrijke diensten, die door het dierexperiment de mensheid worden bewezen, dat kleine fanatieke groepen een vivisectievrije geneeskunde eisen.
De verdediging daarvan berust dan ook op een onvoldoend inzicht in de wetenschappelijke uitoefening van geneeskunde of geneeskunst, zoals men dat ook bij aanhangers van de homoeopathie en de natuurgeneeskunst aantreft.
