Gepubliceerd op 12-09-2021

Zakelijke rechten

betekenis & definitie

Een zakelijk recht is een recht, waardoor een zaak het onmiddellijk voorwerp is van onze heerschappij en hetwelk tegenover iedereen gehandhaafd kan worden. Deze heerschappij kan „geheel” zijn, doch ook „ten deele”.

Bij eigendom heeft men dikwijls te doen met een geheele heerschappij, zoodat de zaak geheel aan onze onmiddellijke heerschappij is onderworpen. Er zijn andere zakelijke rechten, waarbij de zaak slechts in een bepaald opzicht aan onze heerschappij is onderworpen, b.v. hypotheek. Deze heerschappij komt b.v. hierin uit, dat de hypotheekhouder het goed mag verkoopen, indien de schuldenaar zijn schuld niet betaalt.Elementen van een zakelijk recht.

Bij een zakelijk recht onderscheidt men twee elementen: een positief en een negatief element. Het positieve is dit, dat het zakelijk recht aan dengene, die dit recht heeft, de bevoegdheid geeft tot heerschappij over een zaak, terwijl het negatieve dit is, dat anderen die heerschappij moeten eerbiedigen. In verband hiermede stelt men tegenwoordig het volgende complex der vermogensrechten op :

1. Absolute rechten, te verdeelen in:
a. zakelijke rechten.
b. andere absolute rechten, zooals een auteursrecht, een octrooirecht enz.

De term absoluut wil hier zeggen, dat men ’t recht tegenover iedereen kan doen gelden.

2. Relatieve rechten. Dit zijn de verbintenissen (behandeld in ’t 3e boek B. W.); deze kunnen slechts tegenover een bepaald persoon uitgeoefend worden.

Men verdeelt de zakelijke rechten in de volgende groepen:

1. Rechten op eigen zaak en rechten op eens anders zaak.

Rechten op eigen zaak.

Tot de rechten op eigen zaak behooren: bezit en eigendom. Onder bezit verstaat men het houden of genieten eener zaak, alsof ze ons toebehoorde, (art. 585

B. W.) terwijl bij eigendom de zaak ons werkelijk toebehoort. Bezit kan men een afschaduwing van eigendom noemen. Bezit kan door verjaring tot eigendom leiden.

Rechten op eens anders zaak

Tot de rechten op eens anders zaak behooren de overige zakelijke rechten, zooals erfdienstbaarheden, erfpacht, vruchtgebruik, pand, hypotheek, enz. In al die gevallen wordt van de veronderstelling uitgegaan, dat aan een ander dan den erfpachter, pandhouder, vruchtgebruiker, enz., de zaak, waarop die rechten zijn gevestigd, toebehoort.

2e Genotgevende zakelijke rechten

Rechten, die genot geven en rechten, die waarborg geven.

De eerste hebben tot gevolg, dat het vermogen van den rechthebbende door dat recht vermeerderd wordt. Daartoe behooren : eigendom, erfdienstbaarheden, erfpacht, vruchtgebruik, enz.

Rechten, die waarborg geven

Door de rechten, die waarborg geven, ontstaat geen vermogensvermeerdering. Het doel is hier uitsluitend te verhinderen, dat het vermogen in waarde daalt. Men wil door die rechten bevorderen, dat vorderingen op 100 % blijven gehandhaafd. Tot die rechten behooren pand en hypotheek.

3e. Overdraagbare en niet overdraagbare rechten.

Rechten, die voor overdracht vatbaar zijn en die, welke niet overgedragen kunnen worden. De meeste zakelijke rechten zijn voor overdracht vatbaar, b.v. eigendom, bezit, erfpacht, vruchtgebruik, enz. Het recht van gebruik en bewoning kan niet worden overgedragen; ’t is verknocht aan een bepaalden persoon. Erfdienstbaarheden gaan alleen over, indien ook ’t erf, waarop ze rusten, overgaat aan anderen. Pand en hypotheek gaan over, indien de vorderingen tot zekerheid, waarvoor zij dienen, worden overgedragen.

< >