Gepubliceerd op 12-09-2021

Wissel

betekenis & definitie

Bij de wet van 25 Juli 1932 zijn in de wettelijke bepalingen op den wissel en de promesse aan order belangrijke wijzigingen aangebracht, in verband met het Verdrag tot invoering van een eenvormige wet op wisselbrieven en orderbriefjes van 7 Juni 1930.

Inhoud wissel

De wisselbrief behelst:

1e. de benaming „wisselbrief”, opgenomen in den tekst zelf en uitgedrukt in de taal, waarin de titel is gesteld.
2e. de onvoorwaardelijke opdracht tot betaling van een bepaalde som;
3e. den naam van dengene, die betalen moet (betrokkene);
4e. de aanwijzing van den vervaldag;

Se. die van de plaats, waar de betaling moet geschieden;

6e. den naam van dengene, aan wien of aan wiens order de betaling moet worden gedaan;
7e. de vermelding van de dagteekening, alsmede van de plaats, waar de wisselbrief is getrokken;
8e. de handteekening van dengene, die den wisselbrief uitgeeft. (trekker)

De titel, waarin één dezer vermeldingen ontbreekt, geldt niet als wisselbrief, behoudens in de hieronder genoemde gevallen :

De wissel, waarvan de vervaldag niet is aangewezen, wordt beschouwd als betaalbaar op zicht.

Bij gebreke van een bijzondere aanwijzing wordt de plaats, aangegeven naast den naam van den betrokkene, geacht te zijn de plaats van betaling.

De wissel, welke niet de plaats aanwijst, waar hij is getrokken, wordt geacht te zijn onderteekend in de plaats, aangegeven naast den naam des trekkers.

De wissel kan aan de order van den trekker luiden.

Hij kan worden getrokken op den trekker zelf.

Incasso wissel

Wanneer de trekker op den wissel de vermelding „waarde ter incasseering”, „ter incasso”, „in lastgeving”, of eenige andere vermelding, met zich brengend een bloote opdracht tot inning, heeft geplaatst, kan de nemer alle uit den wisselbrief voortvloeiende rechten uitoefenen, maar hij kan dezen niet anders endosseeren dan bij wijze van lastgeving, m.a.w. als een opdracht ter incasso.

Rente-clausule

In eenen wissel, betaalbaar op zicht of een zekeren tijd na zicht, kan de trekker bepalen, dat de som rente draagt. In eiken anderen wissel wordt deze clausule voor niet geschreven gehouden.

De rentevoet moet in den wissel worden aangegeven. Bij gebreke hiervan wordt de renteclausule voor niet geschreven gehouden.

De rente loopt te rekenen van de dagteekening van den wisselbrief, tenzij een andere dag is aangegeven.

Wisselsom

De wisselbrief, waarvan het bedrag voluit in letters en tevens in cijfers is geschreven, geldt, in geval van verschil, ten beloope van de som, voluit in letters geschreven.

Verplichtingen van den trekker

De trekker staat in voor de acceptatie en voor de betaling.

Hij kan zijn verplichting, voor de acceptatie in te staan, uitsluiten; elke clausule, waarbij hij de verplichting, voor de betaling in te staan, uitsluit, wordt voor niet geschreven gehouden.

De trekker is verplicht, ter keuze van den nemer, den wisselbrief te stellen betaalbaar aan den nemer zei ven, of aan eenigen anderen persoon, in beide gevallen aan order of zonder bijvoeging van order dan wel met bijvoeging van eene uitdrukking „niet aan order”.

De trekker is verplicht zorg te dragen dat de betrokkene ten vervaldage in handen hebbe het noodige fonds tot betaling.

De betrokkene wordt geacht het noodige fonds in handen

te hebben, wanneer hij op den vervaldag een opeischbare som schuldig is, tenminste gelijkstaande met het beloop van den wissel.

Endossement

Indien de trekker in den wissel de woorden : „niet aan order” of een soortgelijke uitdrukking heeft opgenomen, kan het stuk slechts worden overgedragen in den vorm en met de gevolgen van een gewone cessie. Een op zulk een wisselbrief geplaatst endossement geldt als een gewone cessie. Tusschen een normaal endossement en een cessie bestaat groot verschil in rechtsgevolgen. Bij het endossement kan de geëndosseerde zonder meer betaling vragen aan den betrokkene. Bij cessie moet deze eerst beteekend worden aan den betrokkene, of door dezen schriftelijk worden erkend. Ook dan staat echter degene, aan wien gecedeerd is, bloot aan allerlei verweermiddelen en beroep op schuldvergelijking met vorderingen, die vóór de beteekening de betrokkene tegen den cedent kon doen gelden.

Het endossement moet onvoorwaardelijk zijn. Elke daarin opgenomen voorwaarde wordt voor niet geschreven gehouden. Het gedeeltelijke endossement is nietig.

Het endossement aan toonder geldt als endossement in blanco.

Het endossement moet worden gesteld op den wisselbrief of op een daaraan vastgehecht blad (verlengstuk). Het moet worden onderteekend door den endossant.

Het endossement kan den geëndosseerde onvermeld laten of bestaan uit de enkele handteekening van den endossant. (endossement in blanco) In het laatste geval moet het endossement, om geldig te zijn, op de rugzijde van den wisselbrief of op het verlengstuk worden gesteld.

Door het endossement worden alle uit den wisselbrief voortvloeiende rechten overgedragen.

Indien het endossement in blanco is, kan de houder:

1e. het blanco invullen, hetzij met zijn eigen naam, hetzij met den naam van een anderen persoon;
2e. den wissel wederom in blanco of aan een anderen persoon endosseeren;
3e. den wissel aan eenen derde overgeven, zonder het blanco in te vullen en zonder hem te endosseeren.

Tenzij het tegendeel bedongen is, staat de endossant in voor de acceptatie en voor de betaling.

Hij kan een nieuw endossement verbieden; in dat geval staat hij tegenover de personen, aan wie de wisselbrief later is geëndosseerd, niet in voor de acceptatie en voor de betaling.

Hij, die eenen wissel onder zich heeft, wordt beschouwd als de rechtmatige houder, indien hij van zijn recht doet blijken door een ononderbroken reeks van endossementen, zelfs indien het laatste endossement in blanco is gesteld. Wanneer een endossement in blanco door een ander endossement is gevolgd, wordt de onderteekenaar van dit laatste geacht den wissel door een endossement in blanco verkregen te hebben.

Wanneer het endossement de vermelding bevat : „waarde ter incasseering”, „ter incasso”, „in lastgeving”, of eenige andere vermelding, met zich brengend een bloote opdracht tot inning, kan de houder alle uit den wisselbrief voortvloeiende rechten uitoefenen, maar hij kan dezen niet anders endosseeren dan bij wijze van lastgeving.

Wanneer een endossement de vermelding bevat: „waarde tot zekerheid”, „waarde tot pand”, of eenige andere vermelding, welke inpandgeving met zich brengt, kan de houder alle uit den wissel voortvloeiende rechten uitoefenen, maar een door hem gesteld endossement geldt slechts als endossement bij wijze van lastgeving.

Acceptatie

De wissel kan tot den vervaldag door den houder of door iemand, die hem enkel onder zich heeft, aan den betrokkene te zijner woonplaats ter acceptatie worden aangeboden.

In eiken wissel kan de trekker, al dan niet met vaststelling van een termijn, bepalen, dat deze ter acceptatie moet worden aangeboden.

Hij kan in den wissel de aanbieding ter acceptatie verbieden, behoudens in wissels, betaalbaar bij eenen derde, of betaalbaar in een andere plaats dan die van het domicilie des betrokkenen of betaalbaar een zekeren tijd na zicht. Hij kan ook bepalen, dat de aanbieding ter acceptatie niet kan plaats hebben vóór een bepaalden dag.

Tenzij de trekker heeft verklaard, dat de wissel niet vat-

baar is voor acceptatie, kan elke endossant, al dan niet met vaststelling van een termijn, bepalen, dat hij ter acceptatie moet worden aangeboden.

Wissels, betaalbaar een zekeren tijd na zicht, moeten ter acceptatie worden aangeboden binnen een jaar na hun dagteekening.

De trekker kan dezen termijn verkorten of verlengen.

De endossanten kunnen deze termijnen verkorten.

De betrokkene kan verzoeken, dat hem een tweede aanbieding wordt gedaan den dag, volgende op de eerste.

De houder is niet verplicht, den ter acceptatie aangeboden wisselbrief aan den betrokkene af te geven.

De acceptatie wordt op den wissel gesteld. Zij wordt uitgedrukt door het woord : „geaccepteerd”, of door een soortgelijk woord; zij wordt door den betrokkene onderteekend. De enkele handteekening van den betrokkene, op de voorzijde van den wisselbrief gesteld, geldt als acceptatie. Wanneer de wisselbrief betaalbaar is een zekeren tijd na zicht, of wanneer hij krachtens een uitdrukkelijk beding ter acceptatie moet worden aangeboden binnen een bepaalden termijn, moet de acceptatie als dagteekening inhouden den dag, waarop zij is geschied, tenzij de houder dien van de aanbieding eischt. Bij gebreke van dagteekening moet de houder dit verzuim door een tijdig protest doen vaststellen, op straffe van verlies van zijn recht van regres op de endossanten en op den trekker, die fonds heeft bezorgd.

De acceptatie is onvoorwaardelijk, maar de betrokkene kan haar beperken tot een gedeelte van de som.

Door de acceptatie verbindt de betrokkene zich, den wissel op den vervaldag te betalen. Bij gebreke van betaling heeft de houder tegen den acceptant een rechtstreeksche vordering, uit den wissel voortspruitend, voor al hetgeen kan worden gevorderd, nl. de wisselsom eventueel met rente a 6%, de protestkosten en die van de gedane kennisgevingen. Hij, die het noodige fonds in handen heeft, bijzonderlijk bestemd tot de betaling van eenen getrokken wissel, is, op straffe van vergoeding van kosten, schaden en interessen jegens den trekker, tot de acceptatie verplicht.

Advies.

De trekker is verplicht aan den betrokkene tijdig kennis of advies te geven van den door hem getrokken wissel, en bij nalatigheid daarvan, gehouden tot vergoeding van de kosten, door weigering van acceptatie of betaling uit dien hoofde gevallen.

Indien de betrokkene zijn op den wissel gestelde acceptatie heeft doorgehaald vóór de teruggave van den wisselbrief, wordt de acceptatie geacht te zijn geweigerd. Behoudens tegenbewijs wordt de doorhaling geacht te zijn geschied vóór de teruggave van den wisselbrief.

Aval.

De betaling van eenen wissel kan voor het geheel of een gedeelte van de wisselsom door een borgtocht (aval) worden verzekerd.

Deze borgtocht kan door eenen derde, of zelfs door iemand, wiens handteekening op den wissel voorkomt, worden gegeven.

Het aval wordt op den wisselbrief of op een verlengstuk gesteld.

Het wordt uitgedrukt door de woorden: „goed voor aval” of door een soortgelijke uitdrukking; het wordt door den avalgever onderteekend.

De enkele handteekening van den avalgever, gesteld op de voorzijde van den wissel, geldt als aval.

Het kan ook geschieden bij een afzonderlijk geschrift of bij een brief, vermeldende de plaats, waar het is gegeven. In het aval moet worden vermeld, voor wien het is gegeven. Bij gebreke hiervan wordt het geacht voor den trekker te zijn gegeven.

De avalgever is op dezelfde wijze verbonden als degenen, voor wien het aval is gegeven.

Door te betalen verkrijgt de avalgever de rechten, welke krachtens den wissel kunnen worden uitgeoefend tegen dengene, voor wien het aval is gegeven en tegen degenen, die tegenover dezen krachtens den wissel verbonden zijn.

Vervaldag.

Een wisselbrief kan worden getrokken: op zicht; op een zekeren tijd na zicht; op een zekeren tijd na dagteekening; op een bepaalden dag.

De wissel, getrokken op zicht, is betaalbaar bij de aanbieding. Hij moet ter betaling worden aangeboden binnen

een jaar na zijne dagteekening. De trekker kan dezen termijn verkorten of verlengen. De endossanten kunnen deze termijnen verkorten.

De trekker kan voorschrijven, dat een wissel niet ter betaling mag worden aangeboden vóór een bepaalden dag. De vervaldag van eenen wissel, getrokken op een zekeren tijd na zicht, wordt bepaald, hetzij door de dagteekening der acceptatie, hetzij door die van het protest.

Bij gebreke van protest wordt de niet-gedagteekende acceptatie ten aanzien van den acceptant geacht te zijn gedaan op den laatsten dag van den termijn, voor de aanbieding ter acceptatie voorgeschreven.

De wissel, getrokken op een of meer maanden na dagteekening of na zicht, vervalt op den overeenkomstigen dag van de maand, waarin de betaling moet worden gedaan.

Betaling.

De houder van een wissel, betaalbaar op een bepaalden dag of een zekeren tijd na dagteekening of na zicht, moet dezen ter betaling aanbieden, hetzij op den dag, waarop hij betaalbaar is, hetzij op een der twee daaropvolgende werkdagen.

De betrokkene, die den wissel betaalt, kan vorderen, dat hem deze, van behoorlijke kwijting van den houder voorzien, wordt uitgeleverd.

De houder mag niet weigeren een gedeeltelijke betaling aan te nemen. In geval van gedeeltelijke betaling kan de betrokkene vorderen, dat van die betaling op den wissel melding wordt gemaakt en dat hem daarvoor kwijting wordt gegeven.

Hij, die op den vervaldag betaalt, is gehouden, de regelmatigheid van de reeks van endossementen, maar niet de handteekening der endossanten te onderzoeken.

Een wissel, waarvan de betaling is bedongen in ander geld dan dat van de plaats van betaling, kan worden betaald in het geld van het land volgens zijn waarde op den vervaldag. Indien de schuldenaar in gebreke is, kan de houder te zijner keuze vorderen, dat de wisselsom betaald wordt in het geld van het land volgens den koers, hetzij van den vervaldag, hetzij van den dag van betaling.

De waarde van het vreemde geld wordt bepaald volgens de gebruiken van de plaats van betaling. De trekker kan echter voorschrijven, dat het te betalen bedrag moet worden berekend volgens een in den wisselbrief voorgeschreven koers.

Het bovenstaande is niet van toepassing, indien de trekker heeft voorgeschreven, dat de betaling moet geschieden in een bepaald aangeduid geld. (clausule van werkelijke betaling in vreemd geld)

Recht van regres.

De houder kan zijn recht van regres op de endossanten, den trekker en de andere wisselschuldenaren uitoefenen :

Op den vervaldag:

indien de betaling niet heeft plaats gehad;

Zelfs vóór den vervaldag:

1e. indien de acceptatie geheel of gedeeltelijk is geweigerd;
2e. in geval van faillissement van den betrokkene, al of niet acceptant, en van het oogenblik af, waarop op zijn verzoek tot surséance van betaling bewindvoerders zijn benoemd;
3e. in geval van faillissement van den trekker van een niet voor acceptatie vatbaren wisselbrief.

Protest

De weigering van acceptatie of van betaling moet worden vastgesteld bij authentieke acte (protest van non-acceptatie of van non-betaling).

Het protest van non-acceptatie moet worden opgemaakt binnen de termijnen, voor de aanbieding ter acceptatie vastgesteld.

Het protest van non-betaling van eenen wissel, betaalbaar op een bepaalden dag of zekeren tijd na dagteekening of na zicht, moet worden gedaan op één der twee werkdagen, volgende op den dag, waarop de wissel betaalbaar is. Indien het eenen wissel, betaalbaar op zicht, betreft, moet het protest worden gedaan op den dag van aanbieding of op den daarop volgenden dag.

De protesten, zoo van non-acceptatie als van non-betaling, worden gedaan door eenen notaris of den griffier van den kantonrechter of door eenen deurwaarder. Zij moeten vergezeld zijn van twee getuigen.

Vereenvoudigd protest.

Als protest van non-acceptatie, onderscheidelijk van non-betaling geldt de door dengene, aan wien de acceptatie of de betaling wordt afgevraagd,

met toestemming van den houder op den wisselbrief gestelde, gedagteekende en onderteekende verklaring, dat hij dezelve weigert, tenzij de trekker heeft aangeteekend, dat hij een authentiek protest verlangt. Voordat deze verklaring onderteekend wordt, moet de wissel voorzien zijn van formaatzegel.

De houder moet van de non-acceptatie of van de nonbetaling kennis geven aan zijn endossant en aan den trekker binnen de vier werkdagen, volgende op den dag van het protest of, indien de wissel getrokken is met de clausule zonder kosten, volgende op dien der aanbieding. Elke endossant moet binnen de twee werkdagen, volgende op den dag van ontvangst der kennisgeving, de door hem ontvangen kennisgeving van zijn endossant mededeelen, met aanwijzing van de namen en adressen van degenen, die de voorafgaande kennisgevingen hebben gedaan, en zoo vervolgens, teruggaande tot den trekker.

Zonder kosten

De trekker, een endossant of een avalgever kan, door de clausule „zonder kosten”, „zonder protest”, of een andere soortgelijke op den wissel gestelde en onderteekende clausule, den houder van het opmaken van een protest van non-acceptatie of van non-betaling, ter uitoefening van zijn recht van regres, ontslaan.

Indien de houder, ondanks de door den trekker gestelde clausule, toch protest doet opmaken, zijn de kosten daarvan voor zijne rekening. Indien de clausule van een endossant of een avalgever afkomstig is, kunnen de kosten van het protest, indien dit is opgemaakt, op allen, wier handteekeningen op den wissel voorkomen, worden verhaald.

Aansprakelijke personen tegenover den houder

Allen, die een wissel hebben getrokken, geaccepteerd, geëndosseerd, of voor aval geteekend, zijn hoofdelijk tegenover den houder verbonden.

De houder kan deze personen, zoowel ieder afzonderlijk, als gezamenlijk, aanspreken, zonder verplicht te zijn de volgorde, waarin zij zich hebben verbonden, in acht te nemen.

Hetzelfde recht komt toe aan ieder, wiens handteekening op den wissel voorkomt en die dezen, ter voldoening aan zijn regresplicht, heeft betaald.

Uitoefening van het regresrecht

De houder kan van dengene, tegen wien hij zijn recht van regres uitoefent, vorderen :

1e. de som van den niet-geaccepteerden of niet betaalden wissel met de rente, zoo deze bedongen is;
2e. eene rente van zes ten honderd, te rekenen van den vervaldag;
3e. de kosten van protest, die van de gedane kennisgevingen alsmede de andere kosten.

Hij, die ter voldoening aan zijn regresplicht den wissel heeft betaald, kan van degenen, die tegenover hem regresplichtig zijn, vorderen :

1e. het geheele bedrag, dat hij betaald heeft;
2e. een rente van zes ten honderd, te rekenen van den dag der betaling;
3e. de door hem gemaakte kosten.

Elke wisselschuldenaar, tegen wien het recht van regres wordt of kan worden uitgeoefend, kan, tegen betaling ter voldoening aan zijn regresplicht, de afgifte vorderen van den wissel met het protest, alsmede een voor voldaan geteekende rekening.

Ieder, die een recht van regres kan uitoefenen, kan, tenzij het tegendeel bedongen is, zich de vergoeding bezorgen door middel van een nieuwen wissel, (herwissel) getrokken op zicht op één van degenen, die tegenover hem regresplichtig zijn en betaalbaar te diens woonplaats.

De herwissel omvat bovendien de bedragen van provisie en het zegel van den herwissel.

De wissel van non-acceptatie of van non-betaling zijnde geprotesteerd, is niettemin de trekker, al ware het protest niet intijds gedaan, tot vrijwaring gehouden, tenzij hij bewees, dat de betrokkene op den vervaldag het noodige fonds tot betaling van den wissel in handen had.

Was de wissel niet geaccepteerd, dan is, ingeval van niet tijdig protest, de trekker verplicht, den houder af te staan en over te dragen de vordering op het fonds, dat de betrokkene van hem ten vervaldage heeft in handen gehad, en zulks tot het beloop van den wissel; en hij moet aan den houder, te diens koste, de noodige bewijzen verschaffen om die vordering te doen gelden.

Tusschenkomst

De trekker, een endossant, of een avalgever, kan iemand aanwijzen om, in geval van nood, te accepteeren of te betalen.

De interveniënt geeft binnen den termijn van twee werkdagen van zijn tusschenkomst kennis aan dengene, voor wien hij tusschenkwam.

De acceptatie bij tusschenkomst wordt op den wissel vermeld; zij wordt door den inter veniënt onderteekend. Zij wijst aan, voor wien zij is geschied; bij gebreke van die aanwijzing wordt zij geacht voor den trekker te zijn geschied.

Betaling bij tusschenkomst

Zij moet plaats hebben uiterlijk op den dag, volgende op den laatsten dag, waarop het protest van non-betaling kan worden opgemaakt.

De betaling bij tusschenkomst moet worden vastgesteld door een kwijting, geplaatst op den wissel met aanwijzing van dengene, voor wien zij is gedaan. Bij gebreke van die aanwijzing wordt de betaling geacht voor den trekker te zijn gedaan.

De wissel en het protest, indien dit is opgemaakt, moeten worden uitgeleverd aan hem, die bij tusschenkomst betaalt.

< >