Gepubliceerd op 12-09-2021

Warenwet 1919

betekenis & definitie

(gewijzigd 1925)

De Warenwet heeft ten doel :

A. het voorkomen van de benadeeling der gezondheid door ’t gebruik van levensmiddelen;
b. het publiek te beschermen tegen knoeierijen en bedrog;
c. de bevordering van den bonafide handel.

Deze wet verstaat onder waren: eetwaren, drinkwaren en de gebruiksartikelen voor de vervaardiging en de bewaring er van, een en ander voor zoover zij bestemd zijn voor den handel of in den handel gebracht worden. Niet onder de wet vallen vleesch en vleeschwaren, voor zoover de keuring daarvan van scheikundigen aard is. Verder kunnen andere handelsartikelen bij K.B. aan de keuring onderworpen worden. Dit is in 1921 geschied voor alle grondstoffen, kleuren-, reuk- en smaakstoffen en conserveermiddelen, die gebruikt worden voor de bereiding van eet- en drinkwaren alsmede de er voor gebruikte emballage, kinderspeelgoed, gummi-artikelen, gebruikt bij de voeding van kinderen, toiletartikelen, eet- en drinkgerei, wasch-, bleek-, poets- en schoenkleurmiddelen, verdelgingsmiddelen voor insecten en ongedierte, behangselpapier, meubelstof en gordijnstof. Ook kunnen bij K.B. de gereedschappen bepaald worden voor de fabricage te gebruiken, en eischen gesteld worden aan de bereiding, verpakking, behandeling en vervoer; dit laatste is geschied bij K.B. van 23 juni 1925. Achter de Warenwet vindt men verscheidene K.B. o.a. het meelbesluit, broodbesluit, suiker- en stroopbesluit, koffie- en theebesluit, melkbesluit, kaasbesluit, vetbesluit, margarinebesluit. De eischen aan de artikelen gesteld, zijn te beschouwen als minimum-eischen.

Keuringsdiensten

Voor de keuring van waren zijn in de 3 noordelijke provincies de bij ’t in werking treden der wet bestaande provinciale keuringsdiensten bestendigd. Het overige deel van ’t land is verdeeld in 18 keuringsgebieden met voor elk een keuringsdienst. Iedere keuringsdienst heeft het noodige opsporingspersoneel en een of meer laboratoria.

Verordening op de keuring

De raad van iedere gemeente, waar een keuringsdienst is gevestigd, stelt een verordening vast op de keuring van waren, ter wering van waren, die voor ’t gebruik schadelijk zijn, van ondeugdelijke samenstelling zijn, in ondeugdelijken toestand verkeeren of niet voldoen aan de eischen van de warenwet.

Straf bij overtreding

Op overtreding dezer verordening kan hechtenis gesteld worden tot 6 maanden of een geldboete tot ƒ 2000,— alsmede verbeurdverklaring der waren. Deze kunnen in beslag genomen worden en op last van den rechter onbruikbaar gemaakt of vernietigd worden.

B. en W. zijn bevoegd de namen der overtreders en ’t vonnis bekend te maken.

Met ’t opsporen van overtredingen zijn belast de ambtenaren van Rijks- en gemeentepolitie, die der invoerrechten en accijnzen, de inspecteur op de volksgezondheid, het hoofd van ’t laboratorium en de ambtenaren van den Keuringsdienst. Zij zijn bevoegd te allen tijde, ook tegen den wil van den bewoner, binnen te treden op plaatsen, waar waren vervaardigd of bewaard worden. Zij kunnen monsters nemen, die zij verpakken, verzegelen en vergoeden naar den verkoopsprijs. Op verlangen van dengene, in wiens bezit de waar zich bevindt, neemt de ambtenaar een tweede monster, dat hij verpakt en verzegelt en in diens bezit laat. De ambtenaren zijn verplicht tot geheimhouding.

< >