Ten slotte laten wij hier enkele opmerkingen volgen speciaal over de levensverzekering, omdat deze verzekering in enkele opzichten wordt beheerscht door regelen, die afwijken van die betreffende andere verzekeringen.
Geen schade- maar sommenverzekering.
De levensverzekering is immers niet, behoeft althans niet te zijn, een schadeverzekering. Zij is een sommenverzekering, d.w.z. de verzekering behoeft niet eenige schade te dekken, die de verzekeringnemer lijdt bij den dood van dengene, op wiens leven de verzekering loopt, (verzekerde) doch het gaat er uitsluitend om, dat de verzekeraar aan den daarvoor aangewezen persoon (begunstigde) bij het overlijden van een bepaald persoon (verzekerde) een bepaalde som uitkeert, onverschillig of die begunstigde door den dood van den verzekerde eenige schade lijdt of niet. Men kan dus zeer wel op het leven van een armen daglooner een verzekering van een millioen sluiten, en het is zelfs niet eens noodig, dat de verzekerde weet, dat er een levensverzekering op zijn leven loopt.
Kansovereenkomst.
De levensverzekering is dus eigenlijk een kansovereenkomst, maar eene, die uitdrukkelijk door de wet als geoorloofd wordt genoemd. Bij een overeenkomst van levensverzekering kunnen dus vier personen gemoeid zijn :
A. de verzekeraar (betaalt de verzekerde som en ontvangt de premie);
B. de verzekerde (op wiens leven de verzekering loopt);
C. de verzekeringnemer (sluit de overeenkomst en betaalt premie);
D. de begunstigde (ontvangt bij overlijden de verzekerde som).
De personen, genoemd onder B, C en D, kunnen dezelfden zijn; iemand kan dus ook op zijn eigen leven een verzekering nemen en zich zelf als begunstigde aanwijzen (voor gemengde verzekering) of bij zijn overlijden zijn erven; het kunnen echter ook allen verschillende personen zijn.
Verzekeraar
De verzekeraar is de maatschappij, die de overeenkomst sluit met den verzekeringnemer, de premies int en op zich neemt, om op den overeengekomen tijd (na een bepaald aantal jaren of bij eerder overlijden van den verzekerde, of ook uitsluitend na het overlijden van den verzekerde) de verzekeringssom uit te betalen. Deze overeenkomst met den verzekeraar aangaande, schenkt de verzekeringnemer hem derhalve een zeer groot vertrouwen; immers hij begint maar vast een aantal jaren, soms tientallen jaren, een bepaald geldsbedrag te betalen, in het vertrouwen, dat soms veertig, vijftig jaar later de verzekeraar de overeengekomen geldsom wel zal betalen. Een groot vertrouwen, niet alleen wat betreft de eerlijkheid en het fatsoen van den verzekeraar, maar ook een groot vertrouwen met betrekking tot zijn financieele kundigheid en soliditeit, want de verzekeraar moet al die jaren de premiën gunstig en solide beleggen om mettertijd aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen en intusschen bovendien nog winst te maken. Het is speciaal kort na den wereldoorlog eenige malen voorgekomen, dat levensverzekeringsmaatschappijen niet ten volle aan haar verplichtingen konden voldoen, zoodat de verzekeringnemers daardoor ernstig gedupeerd werden.
Wet Levensverzekeringsbedrijf
Ten einde herhalingen van dergelijke catastrofen zooveel mogelijk te voorkomen, is de Wet op het Levens verzekeringsbedrijf in 1922 in werking getreden, waarbij aan degenen, die het levensverzekeringsbedrijf wenschen uit te oefenen, bijzondere eischen gesteld worden, terwijl door het instituut, dat bij die wet in het leven werd geroepen, nl. de Verzekerings-
Verzekeringskamer
Een bijzonder scherp toezicht op de gestie der verzekeringsmaatschappijen, haar beleggingspolitiek, enz. wordt uitgeoefend, terwijl die Verzekeringskamer bijzondere bevoegdheden heeft om dreigende catastrofen te voorkomen of haar gevolgen te verminderen. Deze wet heeft zeer gunstig gewerkt; zij wordt door de bonafide verzekeringsmaatschappijen, die het toezicht, dat van staatswege wordt uitgeoefend, niet behoeven te vreezen, van harte toegejuicht en zij heeft ten gevolge gehad, dat verschillende minder sterke ondernemingen verdwenen en de krachtige ondernemingen zijn overgebleven. Bovendien waken de bepalingen der wet tegen de oprichting van nieuwe ondernemingen, die niet genoeg weerstandsvermogen zouden bezitten, door een minimumkapitaal van een millioen te eischen en den vorm van een N.V. of Onderlinge Waarborgmaatschappij voor te schrijven.
De verzekerde
De verzekerde moet bij het aangaan der levensverzekeringsovereenkomst leven; was hij op dat moment reeds dood, dan is de verzekering nietig. In den regel laat de verzekeraar den verzekerde vooraf geneeskundig onderzoeken, ten einde ongunstige risico’s te weren.
Zelfmoord, Doodstraf
Pleegt de verzekerde zelfmoord of ondergaat hij de doodstraf, dan vervalt de verzekering, tenzij het tegendeel is bepaald. De meeste levensverzekeringsmaatschappijen hebben de bepaling opgenomen, dat bij zelfmoord, gepleegd nadat drie volle jaarpremiën zijn betaald, de volle verzekeringssom wordt uitgekeerd.
Verzekeringnemer
Verzekeringnemer kan een ieder zijn, die de bevoegdheid heeft om burgerlijke overeenkomsten aan te gaan. Hij heeft in den regel het recht om den begunstigde aan te wijzen, en tijdens den duur der levensverzekering kan hij te allen tijde een anderen begunstigde aanwijzen, tenzij de begunstigde de begunstiging heeft aanvaard. In het laatste geval kan de begunstigde alleen gewijzigd worden, indien de begunstigde, die de begunstiging aanvaard heeft, met de wijziging instemt.
De begunstigde
De begunstigde kan, zooals wij reeds eerder zagen, de verzekeringnemer zelf zijn, of de verzekerde, of een ander. Is de verzekeringnemer niet tegelijkertijd begunstigde, dan neemt de begunstigde de positie in van een derde, te wiens behoeve een beding gemaakt is; zoolang hij niet aanvaard heeft, kan de begunstiging ge-
wijzigd worden, doch heeft hij eenmaal aanvaard, dan kan die wijziging niet zonder zijn toestemming plaats hebben.
Polis
Ook voor de levensverzekering is een polis vereischt, die de voorwaarden, waarop de verzekering is aangegaan, bevat. Deze polis bevat veelal op de achterzijde een heele serie bepalingen. Ook hier geldt, wat reeds vroeger gezegd werd : men vertrouwe niet op de mededeelingen en toezeggingen van den verzekeringsagent, die wellicht in zijn ijver om een post af te sluiten meer zegt, dan hij verantwoorden kan, maar vrage een specimen-polis en leze vooraf de voorwaarden zeer nauwkeurig door. Dit kan veel teleurstelling voorkomen.