De leden der Tweede Kamer treden om de 4 jaar af; die der Eerste Kamer worden voor 6 jaar gekozen; om de 3 jaar treedt de helft af.
De leden der Tweede Kamer krijgen een schadeloosstelling van ƒ 5000 per jaar, en een spoorwegabonnement 1ste klasse voor het geheele land. De Voorzitter der Kamer krijgt bovendien een toelage van ƒ 5000. Aftredende leden ontvangen een pensioen van ƒ 150 ’s jaars voor elk jaar, dat zij lid der Kamer waren, met een maximum van ƒ 3000. Hun weduwe heeft recht op de helft van dit pensioen.
De leden der Eerste Kamer krijgen een spoorwegabonnement en voor zoover zij buiten Den Haag wonen, een verblijfsvergoeding van ƒ 20 per etmaal voor elke vergadering, die zij bijwonen.
Opening der Kamers. De Koningin opent de gewone zitting der Staten-Generaal op den 3den Dinsdag in September. Daartoe wordt een Vereenigde Vergadering van de beide Kamers gehouden in de Ridderzaal, op het Binnenhof te ’s-Gravenhage. De Koningin leest dan de Troonrede voor, waarin de Regeering, na een beschouwing over den financieelen en economischen toestand des lands en van de overzeesche gewesten, mededeeling doet van haar plannen op wetgevend gebied, en van de nieuwe
belastingen, die zullen worden geheven.