Doel; systeem. Het doel der Ziektewet is om arbeiders een bepaalde uitkeering bij ziekte te verzekeren, zoodat zij tegen het gemis aan inkomsten ten gevolge van hun arbeidsongeschiktheid, bewaard zijn.
Verplichte verzekering.
Zij tracht dit doel te bereiken, door de verplichte ziekteverzekering van arbeiders in ondernemingen (en met hen gelijkgestelden) tegen een premie, die voor de ziekenkassen der Raden van Arbeid in het algemeen 2.3 % van het loon bedraagt, voor een aantal bedrijven, die meer ziekterisico opleveren 3.4 % en voor den mijnbouw- en -aanleg 4.9 %. De premie wordt betaald door den werkgever, doch deze mag ten hoogste 1.15% van het loon (de helft dus van de normale premie) bij de loonuitbetaling inhouden. Ook indien de premie 3.4 % of 4.9 % bedraagt, mag van den arbeider niet meer dan
1.15% van zijn loon ingehouden worden.
Vrijwillige verzekering.
Naast deze verplichte verzekering kent de wet ook nog de vrijwillige verzekering, waartoe diegenen kunnen toetreden, die vroeger verplicht verzekerd waren, maar wier verplichte verzekering geëindigd is, en die binnen een week na het eindigen der verplichte verzekering een daartoe strekkend verzoek doen.
Arbeider.
Daar de verplichte verzekering voor arbeiders is voorgeschreven, dient in de eerste plaats weer te worden vastgesteld, wie als arbeider in den zin der Ziektewet moet worden beschouwd. Wij zagen reeds, dat alleen arbeiders in ondernemingen onder de Ziektewet vallen, zoodat dienstboden, naaisters, werksters e. d. er buiten vallen. Bovendien zijn geen arbeiders in den zin der wet:
1e. die niet tegen loon arbeid verrichten, doch alleen in buitengewone gevallen voor korten duur tegen loon arbeiden;
2e. die alleen onderwijs als loon ontvangen;
3e. die een inkomen van meer dan ƒ3000 hebben;
4e. schepelingen in de groote vaart;
5e. dienstplichtige miliciens;
6e. directeuren en bestuurders van rechtspersonen, (N. V.’s), directeuren van overheidsdiensten en bedrijven en leiders van Nederlandsche filialen van buitenlandsche ondernemingen.
Wel gelden als arbeiders degenen, die in aangenomen werk denzelfden arbeid verrichten als gewone arbeiders in een dergelijk bedrijf verrichten en hun helpers.
Deze bepaling heeft ten doel ontduiking der wet te voorkomen, door niet in loondienst maar in aangenomen werk te laten werken.
Ook te werk gestelden in werkverschaffingen worden als arbeiders beschouwd (met bijzondere premieheffing).
Loon
Zoowel voor de premieheffing als voor de uitkeering van ziekengeld is de vaststelling van het loon noodig en van belang. Als loon acht de wet alles, wat de verzekerde van zijn werkgever (of in den vorm van fooien e. d. van derden) ontvangt. Loon, dat niet in geld is vastgesteld, (b.v. kost en inwoning) wordt naar de geldswaarde daarvan berekend.
Onder dagloon wordt verstaan, hetgeen gelijksoortige arbeiders in gelijksoortige bedrijven in de week, voorafgaande aan het begin der arbeidsongeschiktheid, gemiddeld verdienden.
Werkgever.
Eveneens is van belang vast te stellen, wie als werkgevers worden beschouwd, aangezien hun velerlei verplichtingen worden opgelegd en bevoegdheden toegekend. Als werkgevers worden beschouwd zij, die personen in hun onderneming in dienst hebben. Voorts directeuren of bestuurders van rechtspersonen, van overheidsdiensten en -bedrijven en leiders van Nederlandsche filialen van buitenlandsche ondernemingen, of de leiders van den arbeid van buitenlandsche ondernemingen, die hier te lande verricht wordt. Zijn er meer werkgevers in één onderneming of dienst, dan is ieder hunner bevoegd de rechten als zoodanig uit te oefenen en is ieder hunner verplicht de verplichtingen na te leven.
Opgaven en inlichtingen
De werkgever is verplicht de noodige opgaven te doen en inlichtingen te verstrekken aan den Raad van Arbeid en diens gevolmachtigde ambtenaren of aan de betrokken bedrijfsvereeniging en haar gevolmachtigden. Heeft de werkgever bezwaar tegen het verstrekken van een bepaalde inlichting, dan
kan hij zich binnen 2 x 24 uur tot den Verzekeringsraad wenden, die beslist, of de inlichting gegeven moet worden of niet.
Aanwijzing aansprakelijk persoon
De werkgever is bevoegd een persoon, die uitsluitend met leiding, opzicht of administratieve werkzaamheden belast is, aan te wijzen als aansprakelijk voor de nakoming der wet, welke persoon alsdan als werkgever in den zin der wet wordt beschouwd.
Gemoedsbezwaren
De werkgever, die gemoedsbezwaar heeft tegen de verzekering, kan vrijgesteld worden van de verplichtingen, die de wet hem oplegt, maar vindt de door hem te betalen premie op zijn belastingbiljet terug. De helft, die voor rekening van den arbeider is, moet deze zelf betalen. Ook de arbeider, die gemoedsbezwaar heeft, kan vrijgesteld worden. De werkgever moet dan toch de helft van de premie betalen.
Ongevallen
Voor ziekten, die het gevolg zijn van een ongeval of daarmede gelijkgestelde beroepsziekte, waarvoor de arbeider krachtens de Ongevallenwet uitkeering ontvangt, worden geen uitkeeringen krachtens de ziektewet gegeven. Wordt ongevallen-uitkeering geweigerd, dan heeft de arbeider recht op ziekengeld.
Wie verzekerd zijn. Wij zagen hierboven, dat verzekerd zijn arbeiders in ondernemingen. Dit begrip „onderneming” heeft hier echter een uitgebreide beteekenis, zoodat er ook onder vallen personen in dienst van advocaten, notarissen enz., tuinlieden, boschwachters e. d. in persoonlijken dienst, arbeiders in dienst van een „inrichting”, heerenkoetsiers, chauffeurs, enz.
Personen, wier ziekengeld op andere wijze afdoende verzekerd is, vallen buiten de wet.
Losse arbeiders
Voor losse arbeiders, die in den regel niet langer dan twee dagen in een week bij één werkgever werken, zijn afzonderlijke voorschriften gegeven. Zij moeten een legitimatiekaart hebben, waarop de data, waarop en de werkgevers, bij wie zij werken, moeten worden aangeteekend.
Voortduring der verzekering.
Zoolang iemand ziekengeld uitgekeerd krijgt, blijft de verzekering doorloopen, ook al wordt intusschen de arbeidsovereenkomst verbroken.
Contrôle
De verzekerde moet zich onderwerpen aan een geneeskundig onderzoek van een door den Raad van Arbeid of de bedrijfsvereeniging aangewezen geneeskundige en moet zich zoo noodig in een observatie-inrichting laten opnemen.
Uitvoeringsorganen
De werkgevers kunnen zich voor de verzekering van hun arbeiders aansluiten hetzij bij de ziekenkas van den Raad van Arbeid, hetzij bij een erkende bedrijfsvereeniging. (Zie hieronder) Is men niet bij een bedrijfsvereeniging aangesloten, dan komen de arbeiders bij de ziekenkas van den Raad van Arbeid.
Aangifte
De werkgever moet ten aanzien van al zijn arbeiders, die bij den Raad van Arbeid verzekerd zijn, aan dien Raad de noodige aangiften te doen. Tot die aangifte is ook de arbeider bevoegd. Ook zonder die aangifte moet de Raad van Arbeid voor de inschrijving zorg dragen. Wie een onjuiste aangifte doet, moet de daardoor te weinig betaalde premie aanzuiveren, met rente van 5 % ’s jaars. Wie nalatig is gebleven met de aangifte, is aansprakelijk voor het ziekengeld wegens arbeidsongeschiktheid, ontstaan vóór of op den dag van aangifte.
Het ziekengeld
Het ziekengeld bedraagt 80 % van het loon en is ten hoogste ƒ 6.40 per dag. De uitkeering begint op den derden ziektedag en wordt hoogstens 6 achtereenvolgende maanden uitgekeerd. Bij zwangerschap van een gehuwde vrouw wordt 100 % uitbetaald, indien de vrouw een briefje van den dokter of vroedvrouw overlegt, dat haar bevalling binnen 6 weken te wachten is. Bij bevalling van een gehuwde vrouw wordt eveneens 100 % uitgekeerd gedurende ten minste 6 weken en ten hoogste 6 maanden na de bevalling. Haar mag geen gedwongen gedeeltelijke arbeidsverrichting worden opgelegd, terwijl haar door de ziekenkas verloskundige hulp moet worden gegeven, indien daarin niet op andere wijze is voorzien.
Gedeeltelijke uitkeering
Indien de controleerende geneesheer het in het belang van den zieken arbeider acht, dat hij gedeeltelijk werk verricht, en de arbeider daartoe in de gelegenheid wordt gesteld en ten minste 50 % van zijn loon verdient, krijgt hij slechts de helft van het ziekengeld uitgekeerd.
Herhaalde ongeschiktheid
Heeft een verzekerde in een periode van 12 maanden (te rekenen van den eersten dag, waarover ziekengeld betaald wordt) 180 dagen ziekengeld gehad en telkens ten gevolge van dezelfde ziekteoorzaak, dan krijgt hij over een volgende periode van 12 maanden voor diezelfde ziekte-oorzaak niet meer dan 90 dagen ziekengeld. Hetzelfde geldt van volgende perioden van 12 maanden, zoolang in de voorafgaande 12 maanden ziekengeld uit die ziekte-oorzaak is uitgekeerd. Heeft de verzekerde evenwel in een voorafgaande periode van twaalf maanden minder dan 90 dagen ziekengeld gehad uit die bepaalde ziekte-oorzaak, dan krijgt hij in de volgende periode evenveel dagen langer uitbetaald. Een voorbeeld ter verduidelijking: Iemand heeft in 1930 wegens t.b.c. 180 dagen uitkeering gehad; hij krijgt nu in 1931 slechts 90 dagen, ook al is hij langer ziek; in 1932 is hij door die t.b.c. slechts 20 dagen ongeschikt en daarom kan hij in 1933 70 + 90 = 160 dagen ziekengeld krijgen. In 1934 is hij geheel hersteld en in 1935 kan hij nu weer op 180 dagen aanspraak maken, omdat over 1934 geen ziekengeld uit die oorzaak is uitbetaald. Heeft hij in 1934 uitkeering gehad wegens rheumatiek b.v., dan kan hij toch in 1935 voor de t.b.c. weer de volle uitkeering krijgen, want de uitkeering in 1934 kwam niet uit die bepaalde ziekteoorzaak (t.b.c.).
Voor het gemak hebben wij in dit voorbeeld de periode van 12 maanden gelijk genomen met een kalenderjaar. Dit is echter volstrekt niet noodig. Zij kan b.v. evengoed loopen van 19 Maart 1932—18 Maart 1933, en zoo vervolgens.
Loon en dubbele verzekering
Ontvangt de arbeider tijdens zijn ziekte loon, of een uitkeering krachtens een andere verzekering, dan krijgt hij aan ziekengeld plus loon of ander ziekengeld nooit meer dan 100 % van het loon. Deze bepaling heeft ten doel simulatie en „trekken” tegen te gaan.
Opneming ziekenhuis
Wordt de verzekerde in een ziekenhuis opgenomen, terwijl hij de kosten niet zelf draagt, dan krijgt hij slechts een derde van het ziekengeld, indien hij geen kostwinner is. Is hij wel kostwinner, dan kan het ziekengeld aan zijn gezin uitbetaald worden. In geen geval
wordt meer ziekengeld uitgekeerd, dan het in geld vastgestelde loon bedraagt.
Aan degenen, die de kosten van de ziekenhuisverpleging draagt van den niet-kostwinner, worden die kosten vergoed door de ziekenkas tot ten hoogste 2/3 van het ziekengeld. (Het bedrag, dat van den verzekerde wordt ingehouden.) Geen ziekengeld. De verzekerde heeft geen recht op ziekengeld, indien de ziekte door zijn opzet is veroorzaakt en over den tijd, dat hij in een strafinrichting is opgesloten of in een weldadigheidsinrichting is opgenomen.
Mogelijkheid van weigering van ziekengeld.
Bovendien kan de Raad van Arbeid of de bedrijfsvereeniging de uitkeering weigeren :
a. indien de arbeidsongeschiktheid bestond op het tijdstip van aan vang der verzekering;
b. indien de zwangerschap op dat tijdstip reeds bestond, of de bevalling binnen zes maanden daarna plaats heeft;
c. bij ziekte, veroorzaakt door misdrijf van den verzekerde, of door zijn onzedelijkheid. Dit laatste alleen, indien hij van bekend onzedelijk gedrag is;
d. wanneer de verzekerde niet tijdig geneeskundige hulp inroept, niet onder behandeling blijft of de voorschriften van den dokter niet naleeft;
e. wanneer hij door zijn gedragingen zijn genezing belemmert of bij opneming in een ziekenhuis of gesticht zich onbehoorlijk gedraagt;
ƒ. indien hij zonder redelijken grond geen gevolg geeft aan oproepingen ingevolge de wet gedaan, of indien het geneeskundig onderzoek van den controleerenden geneesheer door zijn toedoen niet kan plaats hebben; g. indien hij zich niet houdt aan de controle-voorschriften. Maakt de verzekerde geregeld misbruik van sterken drank, dan kan de uitkeering in natura plaats hebben.
Verzoek tot staking.
De werkgever van den verzekerde is bevoegd tot den Raad van Arbeid of de bedrijfsvereeniging het verzoek te richten de uitkeering van ziekengeld te staken of te verminderen. Op zoodanig verzoek wordt ten spoedigste beslist.
Aanspraak na het eindigen der verzekering.
Wordt iemand, die minstens twee maanden verzekerd is geweest, (waarbij zelfs nog een onderbreking wegens werkloosheid gedurende zes dagen mag komen) binnen een maand, nadat de verzekering geëindigd is, ziek, dan houdt hij recht op de uitkeering van ziekengeld, alsof hij verzekerd was.
Geen beslag.
Beslag op ziekengeld is alleen toegelaten voor verhaal van onderhoud, waartoe de verzekerde wettelijk verplicht is. Volmacht tot inning is steeds herroepelijk.
Premiebetaling.
Omtrent de premiebetaling werd hierboven reeds een en ander medegedeeld. Opgemerkt zij nog, dat indien een persoon in dienst is van meer dan één werkgever, de Raad van Arbeid kan aanwijzen, wie de premie betaalt, terwijl deze dan recht van verhaal op de anderen heeft.
Voor de gelden, aan den Raad van Arbeid verschuldigd, kan de Voorzitter een dwangbevel uitvaardigen, medebrengende het recht van parate executie.
Bedrijfsvereeniging. Zooals reeds vroeger werd opgemerkt, wordt de ziekteverzekering niet alleen door de Raden van Arbeid uitgevoerd, maar ook door de erkende bedrijfsvereenigingen.
Z.g. volwaardige.
Als zoodanig wordt door den Minister erkend een vereeniging, die is opgericht door een of meer algemeen erkende centrale organisaties van werkgevers, of daarbij aangesloten vereenigingen van werkgevers, en idem vakcentralen van werknemers, indien zoodanige vereeniging overigens aan de wettelijke vereischten voldoet.
Onvolwaardige.
Als overgangsmaatregel kent de wet bovendien nog de mogelijkheid van tijdelijke erkenning (nl. voor ten hoogste 5 jaar, welke termijn telkens met 5 jaar kan worden verlengd) van z.g. niet-volwaardige bedrijfsvereenigingen; dit zijn vóór 1 Juli 1929 opgerichte vereenigingen van werkgevers alleen, welke zich de ziekteverzekering ten doel stellen, en vereenigingen, eveneens vóór 1 Juli 1929 opgericht door werkgevers- en werknemersorganisaties, welke niet zijn algemeen erkende centrale organisaties. Het bestuur van dergelijke bedrijfsvereenigingen moet gelijkelijk uit arbeiders- en werkgevers-deelnemers zijn samengesteld. Voorts bevat de wet nog een aantal eischen, waaraan de statuten dier vereenigingen moeten voldoen.
Wij hebben hier derhalve een uitvoering der wettelijke verzekering niet alleen door het overheidsorgaan (Raad van Arbeid) maar daarnaast door de belanghebbenden, (werkgevers en arbeiders) in een gemeenschappelijk orgaan vereenigd. Uiteraard zorgt de wet, dat de arbeiders, die bij een bedrijfsvereeniging verzekerd zijn, er niet slechter af komen dan zij, die bij een Raad van Arbeid verzekerd zijn.
Afdeelingskas
De bedrijfsvereeniging kan ook bepalen, dat voor de verzekering van arbeiders in een bepaalde onderneming een afdeelingskas wordt opgericht, doch daartoe mag slechts worden overgegaan op verzoek van den werkgever en als de meerderheid der arbeiders er zich voor heeft verklaard. Ook het bestuur der afdeelingskas moet voor minstens de helft bestaan uit arbeiders. Hier komt de regeling er dus practisch op neer, dat de geheele regeling der ziekteverzekering komt in handen van den werkgever en zijn arbeiders gezamenlijk, onder toezicht van de bedrijfsvereeniging, waarbij de werkgever is aangesloten, aan welke bedrijfsvereeniging hij een zeker bedrag betaalt als aandeel in administratiekosten, enz.
Verplichte toelating van alle werkgevers
De bedrijfsvereeniging is in principe verplicht alle werkgevers, die aan de statutaire bepalingen voldoen, toe te laten en mag geen leden weigeren op grond van het ziektegevaar bij die onderneming of de physieke gesteldheid van haar arbeiders. Wel mag zij werkgevers weigeren, die niet aan hun verplichtingen voldoen, in staat van faillissement zijn verklaard, of die valsche verklaringen omtrent ziekte van hun werknemers hebben afgelegd.
Beroep
Van beslissingen der bedrijfsvereenigingen of haar organen betreffende ziekengeld staat beroep open op een door haar ingesteld scheidsgerecht, waarvan het reglement moet worden goedgekeurd door den Minister. Van deze uitspraken is hooger beroep op den Centralen Raad van Beroep te Utrecht.
Intrekking erkenning
De erkenning wordt ingetrokken, hetzij op eigen verzoek van de bedrijfsvereeniging, hetzij op initiatief van den Minister, als de vereeniging niet meer aan de eischen voldoet of haar verplichtingen niet nakomt. Bij faillissement vervalt de erkenning. Haar verplichtingen gaan alsdan over op den Raad van Arbeid, die de uit-
keeringen voor zoover mogelijk doet uit de zekerheid, die de vereeniging bij dien Raad gedeponeerd had.
Premie.
De premie wordt door de bedrijfsvereeniging vastgesteld en kan voor de helft op den arbeider verhaald worden. Deze laatste mag echter nimmer méér bijdragen, dan hij zou hebben moeten betalen, indien de werkgever bij den Raad van Arbeid was aangesloten.
Toezicht.
Het toezicht op de uitvoering door de bedrijfsvereenigingen is opgedragen aan een college van 9—15 leden, door den Minister benoemd, dat bevoegd is de noodige inlichtingen te vragen, boeken in te zien, enz. en dat den Minister adviseert.
Prophylaxefonds.
Er wordt nog een fonds gevormd uitbijdragen van de Raden van Arbeid en de bedrijfsvereenigingen, bestemd voor het nemen van maatregelen ter voorkoming van ziekte van verzekerden, en om de genezing te bevorderen.
Beroep.
Van beslissingen van de Raden van Arbeid betreffende inschrijving, premiebepaling, wijziging of doorhaling der inschrijving, weigering van inschrijving, enz., betreffende de bepaling van ziekengeld, de staking of vermindering daarvan en betreffende navordering van premies en vergoedingen staat beroep open op de Raden van Beroep, en van hun uitspraken op den Centralen Raad van Beroep te Utrecht. Het beroep moet ingesteld worden binnen een maand, doch kan ook, indien het later wordt ingesteld, ontvankelijk worden verklaard, indien men aantoont, dat het beroep is ingesteld binnen den termijn van een maand na den dag, waarop redelijkerwijs van de beslissing kennis genomen kon worden.
Straffen
Verschillende overtredingen der wet worden gestraft met hechtenis of boete, enkele opzettelijke misleidingen, als valsche opgaven en verzwijging van dubbele verzekering zelfs met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaar.
Verjaring.
De rechtsvordering wegens ziekengeld verjaart door verloop van drie maanden. De premie-vordering zelf alsmede de terugvordering van onverschuldigd betaalde premie, verjaart na verloop van twee jaar. Door hetzelfde tijdsverloop verjaart de vordering van den Raad van Arbeid, wegens vergoeding door den werkgever van door den Raad betaald ziekengeld aan een arbeider, die door zijn patroon niet tijdig voor de verzekering was aangegeven.