Doel
De winkelsluitingswet heeft ten doel de verkoopgelegenheid in winkels te beperken door de avond- en Zondagssluiting voor te schrijven, ten einde aldus zoowel voor de winkeliers zelf als voor hun personeel een behoorlijken rusttijd te verzekeren. Hare invoering is dan ook vastgekoppeld aan de invoering van het Werktijdenbesluit voor Winkels. (Zie onder de Arbeidswet).
Winkel
Onder winkels verstaat de wet alle open of besloten ruimten, waar, of van waaruit voorwerpen of stoffen aan het publiek in het klein plegen te worden verkocht, benevens barbiers- en kapperswinkels.
Sluiting
De winkels behooren gesloten te zijn op Zondag, en des avonds na acht uur, behalve Zaterdagavond, waarop tot tien uur verkocht mag worden. In den winkel nog aanwezige klanten mogen worden bediend tot uiterlijk een half uur na sluitingstijd.
Uitzonderingen in het algemeen
De bepalingen betreffende de sluiting zijn niet van toepassing:
1e. op Rijkskantoren;
2e. op apotheken, voor de aflevering van genees- en verbandmiddelen;
3e. café’s en restaurants, doch uitsluitend voor verkoop voor gebruik ter plaatse van verkoop;
4e. op verkoop en aflevering van brandstof (benzine) en smeermiddelen en onderdeden voor spoedeischende reparaties aan voer- en vaartuigen en rijwielen;
5e. op den verkoop van dag- en weekbladen;
6e. op den verkoop van ijs (ruw ijs en consumptie-ijs);
7e. op verkoop ten behoeve van binnenkomende, uiten doorgaande schepen;
8e. op automatenverkoop;
9e. op aflevering van maaltijden en kokswaren;
10e. op verkoop en aflevering van rouwkleeding;
11e. op reparaties en aflevering van gerepareerde voorwerpen.
Ook is de wet niet van toepassing op hotels voor levering aan de gasten, en op openbare middelen van vervoer en stationsrestauraties voor de levering aan reizigers
Uitzonderingen Zondagssluiting
De Zondagssluiting werkt niet:
voor brood-, banket- en suikerwerkwinkels op 1 Januari, 24, 26 en 31 December; andere Zondagen 4 achtereenvolgende uren, door iederen winkelier zelf uit te kiezen. Aan de buitendeur van den winkel moet duidelijk worden aangegeven, op welke uren de winkel des Zondags geopend is;
voor bloemenwinkels : op dezelfde data plus 14 en 15 Augustus en i en 2 November;
voor melk-, visch- en fruitwinkels: tot des middags 12 uur, alleen voor den verkoop van genoemde waren.
Uitzonderingen avondsluiting.
Op de dagen, voorafgaande aan Goeden Vrijdag, Hemelvaartsdag en op 14 Augustus en 31 October mag tot 10 uur verkocht worden, mits op Goeden Vrijdag, Hemelvaartsdag, 15 Augustus en 1 November de Zondagsregeling wordt in acht genomen. Tusschen 25 November en 5 December en 18 tot 24 December mag eveneens tot xo uur verkocht worden. Hetzelfde geldt voor bloemenwinkels op 30 December en voor banketwinkels op 31 December.
Kappers en barbiers mogen op Zaterdagavond en op dagen, die aan feestdagen voorafgaan, tot 11 uur geopend blijven, doch na 10 uur mogen zij niet verkoopen, doch alleen barbiers- en kapperswerkzaamheden verrichten.
Israëlieten.
Israëlietische winkeliers kunnen verlof krijgen, mits zij op den Sabbath gesloten houden, om op Zondag tot 2 uur, (bakkerswinkels tot 8 uur) geopend te blijven. Bovendien mogen zij, indien zij op de Israëlietische feestdagen gesloten zijn, op den dag, die aan een feest voorafgaat, (bij het Paaschfeest zelfs twee dagen vooraf) tot 10 uur geopend blijven. De uren van opening moeten aan de deur aangeplakt zijn.
Sluiting vóór- of namiddag.
De gemeenteraad kan onder Koninklijke goedkeuring bepalen, dat op één dag van de week hetzij vóór, hetzij na 1 uur 's namiddags alle winkels, of bepaalde groepen van winkels, gesloten moeten zijn. Die dag, en het daggedeelte kunnen voor verschillende groepen van winkels en voor verschillende gedeelten eener gemeente verschillend zijn.
Verkoop over het hekje.
Niet alleen de verkoop in, maar ook de verkoop vóór of in de onmiddellijke nabijheid van den winkel is gedurende sluitingstijd verboden. Ook de aflevering buiten den winkel is verboden. Slechts indien bij gemeentelijke verordening een sluitingsochtend of -middag is vastgesteld, kan de broodaflevering doorgaan.
Venten.
Tenten, kramen, tuinen e.d. vallen onder het begrip winkel. Echter het venten met een handwagen, mars e.d. is niet het verkoopen in een winkel, zoodat de venters den winkeliers belangrijke schade zouden kunnen toebrengen. Daarom is het venten afzonderlijk verboden gedurende den tijd, dat winkels gesloten moeten zijn, behalve het venten van geringe eetwaren op Zon- en feestdagen.
Plaatselijke verordeningen.
Onder Koninklijke goedkeuring kan de gemeenteraad op grond van bijzondere omstandigheden afwijkingen van de wet vaststellen. Uit die verordeningen moeten de bijzondere omstandigheden, waarop zij gegrond zijn, blijken, anders missen zij verbindende kracht.
Bovendien kan de gemeenteraad 21 dagen in het jaar aanwijzen, waarop de sluitingsbepalingen niet zullen gelden. Tenslotte kunnen B. en W. nog ontheffing verleenen van de verbodsbepalingen der wet voor tentoonstellingen, fancy fairs e. d. tijdelijke inrichtingen.
Strafbepaling.
Het hoofd of bestuurder van den winkel, of degene, die hem als zoodanig vervangt, die een verbodsbepaling der wet, of van een plaatselijke verordening overtreedt, wordt gestraft met ten hoogste f 25,— boete, of hoogstens 6 dagen hechtenis, bij recidive te verdubbelen.
