Nederlands columnist, novellist en toneelschrijver (*1952). In 1981 verscheen Verbogts eerste verhalenbundel De feestavond.
De columns die hij voor vele periodieken schreef en schrijft, worden vooral gewaardeerd vanwege de sfeertekening en de strakke dialogen. Vaak krijgt zijn geboortestad Nijmegen, waar hij Nederlands studeerde, een plaats in zijn werk.
Samen met die andere Nijmeegse auteur, Frans Kusters, beschreef hij een episode uit het leven van de (fictieve) Arnhemse schrijver Andries Kannebier in de novelle Verhuld naakt (1990).
Heimwee naar het verleden en weemoed om gemiste kansen en ontsporingen in iemands leven zijn vaak het uitgangspunt van zijn schetsen en bespiegelingen. In de verhalen van langere adem is de plot nogal eens gekunsteld, zoals in Verkeerde sneeuw (1994) en Eindelijk de zee (2007), waarin een man van middelbare leeftijd, Boudewijn Nagthuys, terugkijkt op zijn leven.
In de roman Kleur van geluk (2013) vraagt de hoofdpersoon, de schrijver Daniël Timmer, zich af wat hij van zijn leven heeft gemaakt, maar zijn schrijverschap komt nauwelijks aan de orde. Het laatste hoofdstuk over fout zijn in de oorlog is niet erg functioneel oordeelde Janet Luis. Dat denkt ze maar liever weg: ‘Dan houd ik nog altijd een mooie, stevige roman in handen, over een oude jongen, of jong gebleven zestigjarige, die weer wat verloren tijd heeft weten veilig te stellen.’