Literatuur, Geschiedenis en Theorie

J.A. Dautzenberg (2009)

Gepubliceerd op 08-02-2017

Piet Paaltjens

betekenis & definitie

Nederlands dichter en prozaschrijver (Leeuwarden 14.2.1835 – Schiedam 19.1.1894). Predikant te Foudgum en Raard (Friesland) van 1859 tot 1862, daarna in Den Helder en vanaf 1864 in Schiedam.

Aanhanger van het modernisme in Hervormde Kerk. Zelf spelde hij zijn naam als ‘HaverSchmidt’. Tijdens zijn theologiestudie te Leiden publiceerde Haverschmidt in de Leidse Studentenalmanak van 1856 een reeks gedichten onder de titel “Bloemlezing uit de dichterlijke nalatenschap van Piet Paaltjens”, voorafgegaan door een “Voorbericht” van ‘F.H.’. Haverschmidt deed het hier voorkomen alsof hij uit de gedichten van zijn vriend Paaltjens een kleine keuze had gemaakt en deze nu aan het Leidse studentenpubliek aanbood.

Haverschmidt zou deze mystificatie blijven volhouden. In 1867 gaf hij het bundeltje Snikken en grimlachjes: academische poëzie van Piet Paaltjens uit, dat opent met een “Levensschets” van Paaltjens door ‘F.H.’ en waarin zelfs een portret van Paaltjens is opgenomen. De tweede druk van 1871 wordt ingeleid door Piet Paaltjens zelf en er bestaat ook nog een brief van Paaltjens aan Haverschmidt, door de laatste in verdraaid handschrift geschreven, gedateerd ‘Schiermonnikoog, 4 dec. 1870’! (Vanaf de tweede druk van 1871 luidde ondertitel: poëzie uit de studententijd van Piet Paaltjens.)

In de “Levensschets” vertelt F.H. dat Paaltjens een ‘bleke jongeling’ was, die – evenals hijzelf – in Leiden boven een doodbidder woonde en die zeer melancholiek was: ‘Hij scheen instinctmatige afkeer van te hebben van goedronde pret. Ontzaglijk kon hij zuchten, zelfs afschuwelijk grijnzen, als er een daverend gelach onder ons opsteeg.’ Op 9 oktober 1853 verdwijnt Paaltjens uit Leiden. Het laatst werd hij gezien in de studentensociëteit ‘op de hoogte van het buffet. Toen hij tussen de twee biljarten kwam, was hij meteen weg. Wat dit geweest is, weet geen mens.’

< >