Nederlands romanschrijfster en columniste (* 1972). Ze is de dochter van Margriet de Moor en verwierf de AKO Literatuurprijs voor haar boek De Nederlandse Maagd (2010), over een 18-jarig meisje dat schermlessen krijgt van een verbitterde schermmeester, op wie ze verliefd wordt.
De Moors studie Slavische talen lag in het verlengde van haar fascinatie voor Rusland, waar ze geregeld verbleef. Haar columns over Sint-Petersburg werden in 1999 gebundeld onder de titel Petersburgse vertellingen.
Haar debuutroman De overtreder (2007) is gebaseerd op haar eigen ervaringen in Sint-Petersburg. Het gaat over een Russische grensofficier die een soldaat ziet deserteren van Rusland naar Finland. Als hij op zoek gaat naar de reden van de desertie komt hij in Nederland terecht in een kring van luie, gekwelde Russen die met een fles wodka in de hand krampachtig trachten de Russische volksziel te cultiveren.
De roman Roundhay, tuinscène (2013) gaat van start als een historische roman en is gebaseerd op het leven van de Franse uitvinder Louis Le Prince en de machinaties van Thomas Alva Edison die niet schroomt zich de ideeën van anderen toe te eigenen. De hoofdpersoon Valéry Barre “die met zijn camera een monster had gebaard, een onbehouwen parodie die altijd achter de werkelijkheid zou aanhinken,” belichaamt het vooruitgangsgeloof aan het eind van de 19e eeuw. De Moor speelt ingenieus met plotwendingen, tijdsprongen en persoonswisselingen, wat een fascinerende roman oplevert, al vonden enkele recensenten dat het verhaal door de overvloed aan ideeën een beetje in het gedrang komt, waardoor de karakters van de personages iets onafs hebben.