Nederlands schrijfster van romans en verhalen (*1920; Constantijn Huygensprijs 2005). Haar hele oeuvre staat in het teken van de Tweede Wereldoorlog. Haar beroemdste werk is Het bittere kruid: een kleine kroniek (1957), waarin in tweeëntwintig heel zakelijk beschreven taferelen de Jodenvervolging wordt getoond.
Het is sterk autobiografisch: de schrijfster bleek na de bevrijding slechts een van de twee overlevenden van haar familie te zijn. De roman Een leeg huis (1966, herzien in 1983) is de geschiedenis van twee joodse vrouwen die in de oorlog hun hele familie zijn kwijtgeraakt; een van beiden slaagt erin haar verleden te verwerken, de ander gaat eraan ten onder.
Zeer populair werd de korte roman De val (1983), waarin het levenseinde van een oude joodse vrouw wordt beschreven, die door een toeval aan de Duitsers is ontsnapt. Toeval beheerst ook het leven van de hoofdpersoon uit de novelle De glazen brug (1986, Boekenweekgeschenk): een joodse vrouw die tijdens de oorlog van het ene onderduikadres naar het andere is getrokken en na de oorlog uitzoekt aan wie het persoonsbewijs toebehoorde dat zij destijds gebruikte. De hoofdpersoon van Nagelaten dagen (1997) is eveneens een overlevende die worstelt met zijn verleden.
Overige werken o.a.
1959 De andere kant (verhalen; uitgebreid in 1969 en 1975; herzien in 1979)
1974 Meneer Frits en andere verhalen uit de vijftiger jaren
2004 Storing (verhalen)