Gepubliceerd op 13-06-2017

Zjoekov, Georgi Konstantinovitsj (1896-1974)

betekenis & definitie

Sovjetrussisch militair.

Zjoekov nam als onderofficier deel aan de Eerste Wereldoorlog. In 1918 sloot hij zich bij het Rode Leger aan; in 1919 werd hij lid van de Communistische Partij. Tijdens de Spaanse burgeroorlog werkte Zjoekov als adviseur in Spanje. Onder zijn leiding versloeg het Sovjetleger in 1939 Japan bij een grensconflict in Mantsjoerije.

Georgi Zjoekov maakte vooral naam in de Tweede Wereldoorlog. Hij nam in 1941 de verdediging van Moskou en Leningrad op zich. In 1942 werd hij benoemd tot maarschalk. Zjoekov organiseerde de tegenaanval van de Sovjettroepen in de Slag om Stalingrad in 1942-43 en kreeg in januari 1945 het bevel over de centrale sector van het front. Later kwam er zware kritiek op zijn mensenverslindende aanvallen, waarbij honderdduizenden Sovjetsoldaten sneuvelden. Het Rode Leger onder Zjoekov maakte een opmars via de Oekraïne, Wit-Rusland en Polen naar Berlijn, waar Zjoekov op 8 mei 1945 de capitulatie van de Duitse troepen in ontvangst nam.

Door de overwinning in Berlijn kreeg Zjoekov veel aandacht van buitenlandse journalisten en werd hij populair onder de Sovjetbevolking. Hierdoor vormde hij een bedreiging voor de machthebbers. Zjoekov werd daarom naar een onbeduidende post in Odessa gestuurd. Na de dood van Stalin in 1953 trad Zjoekov weer op de voorgrond. In 1955 werd hij minister van Defensie; in 1957 steunde hij Nikita Chroesjtsjov tegen de anti-partijgroep, die oppositie had geboden. Zjoekovs populariteit en macht in het leger waren echter ook een bedreiging voor Chroesjtsjov en daardoor viel hij eind 1957 voor de tweede keer in ongenade. Zjoekov werd in 1965 door de nieuwe partijleiding in ere hersteld.

< >